Een paard gekocht; Avonturen in het wilde westen! - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu Een paard gekocht; Avonturen in het wilde westen! - Reisverslag uit Ulaanbaatar, Mongolië van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu

Een paard gekocht; Avonturen in het wilde westen!

Door: Joeri

Blijf op de hoogte en volg Joeri

15 September 2009 | Mongolië, Ulaanbaatar

Hallo allemaal!


Om te beginnen wil ik iedereen bedanken die af en toe en reactie achter laat, altijd erg leuk om te lezen!

In mijn vorige bericht liet ik al weten dat ik van plan was om een paard te kopen van de nomaden en ik kan met trots laten weten dat dit ook gelukt is! Kon ik al paardrijden? Nee, wel gedaan toen ik 9 a 10 jaar was, maar zoals ik ook schreef naar mijn reisgenoten toen ze reageerden op mijn briefje met mijn plan dat ik overal had opgehangen, ‘The less experience, the more adventure’:). In dit verhaal ga ik in een (te) lang verhaal dan ook alles vertellen over misschien wel de meest avontuurlijke tijd van mijn leven tot nog toe waarbij liften door woestijnen en op scooters door taiwan rijden in het niet vallen. Dit drie weken lange avontuur waarin we ons moesten redden uit situaties met diepe modderpoelen, sneeuwstormen en ontsnappingen, was bovenal een mooie tijd, een die ik nooit zal vergeten. Het waren niet alleen tegenslagen, we hebben ook ons eigen voedsel gevangen, in nomadententen gedanst, gegeten en geslapen, het 4027 meter hoge drielanden punt van China, Rusland en Mongolie beklommen en nog veel meer.

Het begon allemaal met het briefje dat ik had opgehangen in Ulaan Baatar dat ik op zoek was naar mensen die een paard met me wilden kopen in West Mongolie. Door middel van dit briefje had ik Bryce en Andreas ontmoet en kon het plannen van dit avontuur beginnen. We kochten zadels, zadeltassen, en alle andere benodigdheden voor de paarden op de zwarte markt in de hoofdstad voordat we in de bus naar Olgii stapten.


De busrit

Olgii, wat 1680km van Ulaan Baatar vandaan is, is een stadje met 27000 inwoners. Er was maar zo’n honderd km verharde weg vanuit Ulaan Baatar voordat de eindeloze zandweg begon. In mongolie zijn haast geen wegen, er zijn alleen bandensporen in het zand. Omdat het zo’n uitgestrekt en leeg land is waren er op sommige stukken wel 10 of meer ‘wegen’ naast elkaar die in de loop van de jaren door de 4wd’s en busjes waren uitgesleten.

De rit was alles geen pretje, het duurde bij elkaar 50 uur en de bus was geen airgecoolde coach. Nee het was een volgepakte oude russische bus zonder beenruimte of hoofdsteunen, je kon niet even slapen door je hoofd tegen het raam aan te leunen want door alle kuilen en hobbels in de weg ging het ding constant in grote schokken op en neer. Overdag was het stikheet en ‘s nachts was het ontzettend koud, maar het vervelendste was nog wel het stof. Er zaten gaten in de zij-, onder- en bovenkant van de bus en omdat we grote stukken door los zand reden kwamen er constante wolken stof de bus in dat overal tussen kwam te zitten en ophoopte in je neus en mond totdat je het tussen je tanden hoorden knarsen. Als je ’s nachts zat te knikkenbollen of in het donker voor je uit zat te staren schoot je af en toe hard naar voren omdat er op de rem werd getrapt voor een overstekende kameel of koe.

De mongolen hebben geen haast, al zo’n 2 km uit Ulaan Baatar was de eerste stop. Even een sigaretje roken met een bekende tegenligger. Zo ging het de hele rit door, het was zelfs een keer zo erg dat we door een lege woestijnvlakte reden en in de verte een stofwolk zagen, de bus verliet de bandensporen waar we in reden en sloeg linea recta af de woestijn in, we zagen dat de stofwolk hetzelfde deed en na 10 minuten hadden we vrolijk een tussenstop want de chauffeurs van de verschillende bussen kenden elkaar. Iedereen de bus uit, benen strekken en even je ogen sluiten zonder je hoofd te stoten tegen het raam. Voordat we weer verder reden ging altijd eerst al het vuilnis de bus uit, heel irritant om te zien hoe de mongolen, jong en oud, zonder aarzelen hun plastic flessen en andere rotzooi de deur uit schoppen. Dat ligt er nog wel 10 jaar of meer, maar ach Mongolie is groot genoeg toch? Een keer pakte Bryce wat flessen op om ze pas bij het volgende plaatsje weg te gooien, maar de mongolen moesten lachen en gooiden de flessen de deur weer uit vlak voordat ie dicht ging. Bryce zijn actie maakte blijkbaar weinig indruk, stelletje mongolen;).

De eerste dag was nog wel te verdragen maar 50 uur is toch wel heel erg lang in een bus zonder slaap, we dronken wat wodka met de andere reizigers terwijl de bus langs nomadententen en herders reed. Na twee dagen zonder ook maar 1 boom of struik te zien kwam de bus eindelijk aan in Olgi, we waren uitgeput en we doken meteen een hotel in om wat bij te slapen.


De deal

Die avond zaten we in een restaurantje te eten en een tafeltje verderop zat een spaanse gast van onze leeftijd. Als je alleen reist weet je dat het soms best wel relax is als je met wat westerlingen kan praten in dit soort landen dus gebaarde ik of dat hij bij ons kon gaan zitten als hij daar zin in had. Deze Spanjaard, David, bleek een super aardige gast te zijn die de komende week door het ‘Altai Tavan Bogd’ national park wilde trekken met een gids en een tolk. Hij had al een tolk en taxi gevonden en moest alleen nog een gids zien te vinden tussen de nomaden die het gebied goed kennen. Dit kwam allemaal bijzonder goed uit voor ons want hij ging de volgende dag precies naar waar wij ook heen wilden gaan en zo konden wij meteen bij de verschillende nomadententen rondvragen of iemand een paard te koop had.

Zonder zelf veel dingen uit te hoeven zoeken waren we de volgende dag dus meteen op pad.Vanuit Olgi bracht een 4wd ons eerst naar Tsengel, het meest westers gelegen plaatsje in mongolie. In Olgi kon je nog 92 ongelood tanken, in Tsengel was het beste dat je kon krijgen 80 ongelood. Waarschijnlijk nog net iets beter dan gewoon ruwe olie. We vroegen wat rond in Tsengel of iemand een hier een paard te koop had of als gids kon dienen voor David maar dat was voor geen van beiden het geval. Dat was nogal een tegenvaller want in Olgi zei iedereen dat we onze paarden hier moesten kopen. In Tsengel zei iedereen dat we verder moesten naar nomadententen in het national park waar de meesten paarden waren in deze tijd van het jaar. We vervolgde onze weg dus naar het national park.

De rit duurde 5 uur over de meest extreme weg. Soms reden we 100 meter door een rivier omdat dat blijkbaar een beter begaanbare weg was dan gewoon naast de rivier, maar er kwam af en toe wel wat water de auto binnen. Het landschap werd mooier en mooier en de eerste besneeuwde pieken kwamen in het zicht. Omdat het national park grenst aan China en Rusland waren er twee legercontrole posten voordat we het park binnengingen. De mongolen zijn allemaal even goede monteurs en de auto’s zijn allemaal even Russisch en slecht en je ziet ze dan ook overal aan de ‘Maz’ 4wd’s en de Oeral motor met zijspannen sleutelen, zelfs bij de korte stop voor de paspoortcontrole werd even snel een band verwisseld en het water uit het remsysteem gehaald. De tweede paspoortcontrole was volgens de andere passagiers (mongolen) net lang genoeg om een fles wodka open te maken en leeg te drinken, om niet onbeleefd te zijn deden maar gewoon mee. Toen we aankwamen in het gebied waar wat nomaden met paarden zouden zijn was het al donker en we stopten bij de familie van de chauffeur om in een nomadentent te slapen.

Deze tenten, ook wel ‘gerren’ genoemd zijn wit en rond en zijn een stuk groter en warmer van binnen dan je verwacht. De mongolen zijn heel gastvrij en het is zelden een probleem om laat aan te komen. Dit gebruik is logisch want als je in dit land rondrijdt op je paard en soms maar 1 keer per dag iemand tegenkomt moet je van elkaar op aan kunnen om te overleven.
Toen we de volgende dag wakker werden en de ger uitliepen was het landschap om ons heen echt betoverend. Grassige heuvels rondom een meer met overal om ons heen enorme bergen met besneeuwde toppen. In de verte herderde twee mannen een kudde yakken door de vallei en er graasden geiten bij de ger. We waren in het national park waar we wilden zijn..

Toen we zaten te ontbijten kwam de vrouw van de ger aanlopen met een schaal, ik keek erin en het was een koeienkop; jammer dat we niet konden blijven voor het avondeten:). We vervolgde onze weg naar andere gerren in de ochtend en vroegen bij verschillende families of ze paarden te koop hadden. Ook hier bleek weer dat de mongolen geen haast hebben. We konden namelijk niet gewoon even aankloppen en vragen of ze paarden te koop hadden en weer door rijden, nee we moesten eerst gaan zitten, dan werd er thee gemaakt en de tafel werd gedekt. We vertelden waar we vandaan kwamen en dan was het pas tijd om over paarden te praten volgens de tolk, maar het kan ook zijn dat hij gewoon lui was en liever thee dronk dan rondreed. Het was al 2 uur ’s middags toen we pas 3 families gehad hadden.

De eerste hadden geen paarden te koop, de tweede en de derde gelukkig wel. We vroegen of we ze konden zien maar ook dit zou ook weer even gaan duren, ze waren namelijk nog in valleien in de buurt aan het grazen en moesten eerst gevonden, dan gevangen en dan naar de ger gebracht worden. Er werden mannen op uit gestuurd en gelukkig hadden de twee families afgesproken om ze naar 1 ger te brengen dus daar moesten we wachten.

De uren gingen voorbij en we liepen wat rond de ger en een meertje. Toen we terug kwamen van een korte wandeling was een van de mannen bezig met het slachten van een geit. De kop ging er af, het bloed werd opgevangen in teiltje, vakkundig werd de huid er af gehaald en binnen enkele minuten was hij bezig om de organen eruit te halen. De vrouwen deden de organen in verschillende bakken en begonnen ze te wassen. De maag en de darmen werden leeggehaald en gespoeld. Er werd niks weggegooid en alles werd duidelijk nog een keer gebruikt. De man was na een kleine 20 minuten nog bezig met een perfect geslacht karkas met heerlijke ribbetjes. Een uurtje later werden we binnengeroepen en er stond rijst met vlees op tafel, even proeven en ja hoor, verser kun je je geitenvlees niet krijgen..

Het werd later en later en we begonnen ons af te vragen of er nog wel paarden zouden komen, de nomaden hadden echter dezelfde spanning want zij wilden verkopen maar als het de mannen niet zou lukken om te paarden te vinden of te vangen viel er weinig te verkopen. We zaten in een ger te kaarten toen er enthousiaste kinden binnen kwamen rennen en gebaarden dat de paarden er waren. We kwamen naar buiten waar zo’n 10 prachtige paarden op ons stonden te wachten. Mijn hart bonkte van opwinding want nu zou het onderhandelspel beginnen, en niet alleen dat want we moesten nu ook zonder enige ervaring gaan doen alsof we iets van paarden wisten zoals we het geleerd hadden in Ulaan Baatar.

Ik probeerde zo ervaren mogelijk over te komen terwijl ik naar de tanden, de rug, de hoeven en de ogen keer. Er was alleen nog een ding wat we toch echt moesten doen voordat je een paard koopt, en dat was rijden. Ik gebaarde of ik er een kon rijden en de mongolen gebaarden dat ik er op kon springen. Ik was een beetje verward want ze waren niet gezadeld dus vroeg ik of dat kon gebeuren waardoor de mongolen hard moesten lachen, dat was toch niet nodig! Wat het nog erger maakte was dat deze paarden net drie maanden vrij aan het grazen geweest wat ze praktisch wild maakten. We keken elkaar twijfelend aan en ik besloot er maar gewoon op te klimmen. Toen ik er eenmaal opzat moesten de mongolen weer lachen en ik voelde me echt een idioot maar volgens de andere zag het er nog helemaal niet zo amateuristisch uit. Een kort rondje op een ongezadeld paard en er toen weer gauw af, ook omdat het echt niet fijn zit.

Op deze manier probeerden we wat paarden uit en ondertussen was de menigte van mensen om ons heen groot geworden. Families van alle in de buurt gelegen gerren waren komen kijken hoe deze gekke westerlingen paarden wilden kopen. Uiteindelijk hadden we er drie uitgekozen, de drie rustigste moet ik eerlijk zeggen. Dit had er ook mee te maken dat toen ik op een van de paarden wilden klimmen de tolk zei: “be carefull, these ones might throw you off..” En terwijl dat gezegd werd namen alle locals ook nog eens een stapje terug van het paard. Gelukkig gooide hij me er niet af maar we hadden onze keuze wel gemaakt, liever een rustige dan een wilde.

We gingen met zo’n 20 man de ger in en zaten met de 3 verschillende verkopers om de tafel. We hadden onze boden opgeschreven in een boekje waarvan twee voor 300.000 Tugruk (150 euro) en een voor 250.000 Tugruk, later bleek dat dit het meest gewilde paard was voor de verkoop dus onze kijk daarop was echt onvakkundig geweest. Toen we het boekje omdraaiden zodat iedereen het kon zien ontstond er een enorm kabaal en een van de drie verkopers stond meteen op om weg te lopen. Het spel was begonnen.. We gebaarden dat de man rustig moest blijven en dat we buitenlanders waren en niet veel van de prijzen wisten en dus wilden we weten wat zij er voor wilden hebben. De vraagprijs was 500.000. Hier reageerden wij natuurlijk weer erg verontwaardigd op en we gingen omhoog naar 350.000 en 300.000 om te kijken of ze bereid waren om de prijs wat te verlagen.

Het bleek dat ze dat niet waren en dus moesten we dit spel goed gaan spelen wilden we nog wat prijsverlaging krijgen. We wisten dat ze ook een hele dag geinvesteerd hadden om te paarden te halen en dat hadden ze niet gedaan als ze niet graag wilden verkopen, we hadden dus een soort van onderhandelingspositie. We besloten om nog een keer meer te vragen of ze geen lagere prijs voor ons hadden om dan vervolgens op te staan en resoluut weg te lopen. Een gewaagde stap want als we eenmaal in die 4wd terug naar Olgi zaten hadden we veel tijd en moeite verspild en waren we geen stap verder gekomen. We liepen naar buiten, reageerden niet op wat er geroepen werd en openden de deur van de 4wd maar nog voordat ik kon gaan zitten stond de hele groep van binnen de ger nu om me heen, ik weet niet hoe ze allemaal zo snel door dat kleine deurtje waren gekomen maar ze stonden nu met 4 vingers omhoog, het had gewerkt!!

We keken elkaar hoofdschuddend aan want we hadden afgesproken om altijd negatief te blijven bij welke prijs dan ook. We liepen weg van de groep om te overleggen maar we werden gevolgd en omringt, we leken wel hollywoodsterren hoe we ons door de menigte probeerden te bewegen. Uiteindelijk bleek dat een van de verkopers toch alleen maar voor 450.000 wilden verkopen dus probeerden we weer weg te lopen, want terwijl we dat deden sprong de verkoper op zijn paard, nam het andere paard aan een touw en begon vanuit stilstand op top snelheid weg te galloperen. Dit was nou juist het paard wat ik heel graag wilde hebben en ik raakte een beetje in paniek, als we dit paard niet konden kopen moesten we een super wilde kopen en daar had ik niet zo’n zin in. Ik besloot een 8 jaar oud jongetje dat op een paard zat en in de buurt stond er achter aan te sturen, ik liep naar hem toe en riep Chu Chu Chu!! Wat ga ga ga!! betekent. Het jongetje gallopeerde erachter aan en gelukkig kwamen ze na een kwartiertje later terug met mijn paard.

De prijzen waren nu vast, 450.000 voor het ene paard en 400.000 voor de twee anderen. De 1,25 miljoen werd uitgewisseld in de ger terwijl iedereen goed stond te kijken naar de dikke pakken geld. Daarna was het feest. Een oude vrouw gaf me een kus op mijn wang en een warme omhelzing. Wij waren blij dat we onze paarden hadden, de locals blij dat we ze gekocht hadden want omdat we toeristen waren hadden we toch zo’n 100.000 per paard te veel betaald. We kregen twee flessen plaatselijk gestookte wodka, die natuurlijk meteen rondgingen tot ze op waren. Die avond kregen we de lach niet meer van ons gezicht, we lagen constant in een deuk als we terugkeken op de lange dag, we waren de trotse eigenaren van paarden! Nog een nachtje in de ger en de volgende dag kon het grote avontuur eindelijk beginnen..


Het paardrijden

Het national park waar we waren ligt in het Altai gebergte en heeft de hoogste bergen van Mongolie, genaamd Tavan Bogd. Het was ons doel om bewapend met GPS en kaart vanuit de meren in het zuiden van het park naar Tavan Bogd te rijden en dan terug naar Olgi te paard. In dit gebied en eigenlijk in heel het westen van mongolie wonen niet alleen mongolen maar vooral Kazachen. De bevolking is hier dan ook meestal moslim (niet erg streng, denk aan alle wodka die we al op hebben) en spreekt kazachstaans.

De eerste dag besloten we om een sidetrack te doen naar een waterval omdat we ons in geen dagen hadden gewassen. De paarden waren gehoorzaam en na een paar uur kwamen we aan bij een enorme waterval waar we ons konden douchen. De GPS gaf aan dat de besneeuwde berg naast ons de grens met china moest zijn.

Toen we klaar waren zagen we dat er een man stond te kijken vanaf de cliff waar onze paarden stonden, zoiets had hij nog nooit gezien, drie westerlingen douchend in een ijskoude waterval. We liepen naar boven waar ons een ontmoeting wachten die we nog vaak zouden krijgen. De man was een herder die zijn kudde schapen en geiten een stuk verderop had achtergelaten om naar ons te kijken. Ze zeggen een paar woorden in het kazachstaans en kijken aandachtig naar alles wat je doet, of het nou een tas open maken is of een appel eten. Dan vragen ze waar je heen gaat en door te zeggen “Tavan Bogd” antwoorden we. Na zo’n 10 tot 20 minuten gaan ze dan weer terug naar hun kudde.

We reden terug naar het meer wat we zouden volgen naar het noorden, soms dravend, soms stukjes galloperend maar dat ging moeilijk door de zadeltassen die steeds verschoven. We lieten de paarden vooral gewoon rustig wandelen terwijl wij konden genieten van het uitzicht.

De paarden die we gekocht hadden waren drie hengsten, hengsten zonder naam want we konden niks geschikts voor ze bedenken. Ze hadden alledrie hun specifieke karaktereigenschappen, mijn paard was echt een leidertype dat constant voorop wilde lopen. Hij kon dan nog zo moe of hongerig zijn maar als bijvoorbeeld Andreas zijn paard even voorop probeerde te lopen ging hij vanzelf in draf om weer de leiding te nemen. Bryce zijn paard was het rustigst en liep de hele tijd achterop totdat het gevaarlijk werd, daar bleek mijn paard niet zo moedig. Voor de echt steile paadjes en snelstromende riviertjes nam zijn paard dan de leiding zodat de onze konden volgen. Andreas zijn paard was een mix van beiden maar toonde af en toe een nogal aparte eigenschap en dat was namelijk dat hij de neiging had om plotseling te gaan zitten terwijl we gewoon aan het rijden waren. Hij was dan niet moeilijk weer omhoog te trekken maar wilde gewoon heel even zitten wat soms een grote irritatie voor Andreas was omdat hij er dan weer af moest terwijl wij onze lach niet in konden houden.


Dag 1: De eerste ontsnapping


Omdat het een sidetrack was naar de waterval waren we weer vlak bij de ger waar we de paarden gekocht hadden toen we met zijn drieen probeerden te galloperen. Ik reed voorop en hoorde bryce luid WOW WHAT THE FUCK roepen. Eerst dacht ik dat zijn paard gewoon geschrokken was van iets en een onverwachte beweging had gemaakt maar toen ik omkeek zag ik zijn paard voorbij schieten maar Bryce en zijn zadeltassen zaten er niet meer op.. Andreas gallopeerde achter het paard aan en ik deed meteen hetzelfde. Andreas hield er echter mee op toen ik hem ook achterna zat, ik hoorde later dat Bryce zijn paard gesteigerd had en Andreas had daar vlak achter gereden waardoor zijn paard ook nogal geschrokken was.


Op dat moment reed ik achter het paard aan zonder te weten wat er nou eigenlijk fout was gegaan bij Bryce, het paard gallopeerde over heuvels en sprong van steile hellingen en over grote stenen. Ik probeerde er zo dicht bij in de buurt te blijven en mijn paard leek te begrijpen dat we hem moesten volgen en hij was dus niet zo moeilijk te besturen en vrij makkelijk in gallop te houden. Ondertussen moest ik zo nu en dan de zadeltassen recht hangen en mijn hoed terug op mijn hoofdzetten (we hadden voor de gein alle drie cowboyhoeden gekocht). Het was een chaotische achtervolging maar ik wist het paard toch een beetje in een gebied te houden dicht bij de anderen door het steeds in te halen als het wat langzamer ging en weer terug sturen door er langs te gaan rijden. Tijdens het galloperen probeerde ik af en toe de teugels vast te pakken maar ik kon er steeds net niet bij. Uiteindelijk besloot ik maar om het paard de kant van de ger op te drijven want daar konden ze me helpen hem te vangen.

Het was best wel schaamtevol om daar na 1 dag aan te komen met een losrennend paard wat ze moesten helpen vangen, dat ging overigens verassend snel met hun hulp. Met het losgebroken paard aan de teugel reed ik terug naar de andere die onderhand bij waren gekomen van de schrik. Na een hoop gelach en ongeloof reden we die avond nog 1 of 2 km naar een mooie plek aan een riviertje waar we onze tenten opzetten en wat wodka dronken om de eerste dag te vieren.


Dag 2: De tweede ontsnapping

De kazachen omheinen stukken gras zodat het daar hoog groeit en ze het kunnen maaien en opslaan als voer voor de dieren in de winter. We hadden onze paarden die avond vastgezet aan zo’n omheining en toen we de volgende dag wakker werden zagen we tot onze verbazing dat 2 van de 3 paarden uit stilstand over een meter hoog hek waren gesprongen om bij het hogere gras te komen. Ze waren wel nog steeds vastgebonden aan het hek dus hadden maar een kleine halve circel uit het hoge gras kunnen eten, sorry lokale bevolking!

Met spierpijn en overgevoelige onderbenen van de eerste dag begonnen we rustig en reden voorbij het eerste meer waarna we de brede vallei over wilden steken omdat we hadden gehoord dat het rijden aan de andere kant mooier was. Om aan de andere kant te komen moesten we over een enorme woestijnachtige vlakte heen. Het was kaal, vlak, droog en we reden al bijna drie uur terwijl de bergen aan een kant maar langzaam kleiner en aan de andere kant maar langzaam groter werden. De brandende zon maakte dat we het uiteindelijk ‘the desert’ begonnen te noemen.


We waren bijna aan de overkant en het was ergens in de namiddag toen Bryce zijn paard een beetje raar begon te doen door zijn hoofd steeds in de verkeerde richting te bewegen en moeilijk in de goede richting te sturen was. We dachten dat het niets ergs was omdat we maar stapvoets reden en we negeerde het een beetje. Opeens begon zijn paard te draven en aan bryce zijn bewegingen te zien kon hij er weinig aan doen, het draven ging over in galloperen en ja hoor, hij steigerde weer. Bryce viel er weer af maar dit keer bleef hij met een voet in zijn halter hangen, het zag er echt vernaaid uit en hij werd zo’n 10 meter door het paard meegesleept voordat hij er helemaal uitviel.


Andreas en ik reden naar hem toe om te kijken of alles goed was maar er was gelukkig niks aan de hand. Het losgebroken paard was begonnen aan de lange weg terug over de platte saaie vlakte, precies in de richting waar we vandaan kwamen. Terwijl het gestalte van het galloperende paard kleiner werd zakte de moed me in de schoenen. Ik begon me af te vragen of het wel een goed plan was geweest om dit allemaal te ondernemen, of ik dit keer niet wat overmoedig was geweest. Door de extreme spierpijn van de dag ervoor had ik me voorgenomen deze dag zeker niet te gaan draven laat staan te galloperen maar het zag er naar uit dat ik nu geen keus had. Aangezien ik mijn paard het best onder controle leek te hebben en Andreas nog wat onzeker met de zijne was, werd zonder al te veel woorden uit te wisselen duidelijk dat ik de gene was die er achter aan moest.

Ik gooide de zadeltassen van mijn paard, liet mijn daypack achter en deed mijn trui uit want galloperen is vermoeiender en een grotere inspanning dan je denkt. We overlegden snel dat ze zouden wachten op dezelfde plek en als ik nog niet terug was als het donker werd moesten ze maar kamp op zetten bij de rivier waar we bijna waren. Ik sprong op mijn paard en spoorde hem aan, riep Chu! Chu!, het enige waar mongoolse paarden naar luisteren en begon weg te galloperen. Mijn benen deden ongelooflijk veel zeer maar daar was nu geen tijd voor, het paard was nog maar een stipje op de horizon en wilden we hem niet kwijtraken dan moest ik er nu volle gallop erachteraan.

Alsof de situatie nog niet erg genoeg was voelde ik na een paar minuten galloperen dat mijn halters naar beneden zakten, dat kon maar een ding betekenen want Andreas had het de dag ervoor ook al, de banden waar ze aan vast zaten waren aan het uitscheuren. Je kan niet galloperen als je niet in je halters kan staan en ze waren al snel zo laag dat ik alleen nog maar op mijn zadel kon zitten dus stapte ik af en knoopte ze zo dat ze weer wat hoger vast zaten. Ik sprong weer op mijn paard maar omdat ik geen tijd had om een fatsoenlijke knoop te leggen stak er nu ook nog een dikke bobbel van touw in mijn al zo pijnlijke onderbenen. Het ontsnapte paard was al bijna aan de andere kant van de vallei toen het opeens verdween. Daar in de verte moest een lager stuk land zijn wat als gevolg had dat ik de volgende 15 minuten moest galloperen zonder mijn doel te zien, mijn paard constant aansporend om nog sneller te gaan. Toen ik bij de verlaging kwam stond het paard opeens niet ver van me te grazen maar zodra ik mijn paard de heuvel afstuurde draaide hij zijn hoofd, keek me aan en sprintte er weer in volle gallop van door.

Hij verdween weer uit het zicht maar het was dit keer gelukkig niet zo ver tot de volgende afdaling. Toen ik aankwam bij de heuvel zag ik het paard weer, dit keer had het een brede rivier overgestoken en stond het geconcentreerd te grazen. De dag ervoor had ik het paard alleen maar kunnen vangen met behulp van de nomaden maar die waren hier nu niet in de verste verte te bekennen en ik moest dus iets anders bedenken om hem te pakken te krijgen. Ik besloot voor een rustigere aanpak en probeerde de helling een paar honderd meter verderop af te dalen zodat ik het paard op een rustige manier kon benaderen via de andere kant. De afdaling was makkelijker gezegd dan gedaan want de helling was bijna verticaal en bestond uit losse stenen. Ook de rivier oversteken was vervolgens geen eitje want het was snel stromend en diep, uiteindelijk kwam het paard zo diep dat mijn schoenen onder water kwamen.

Eenmaal aan de overkant was ik nog zo’n 200 meter van het paard verwijderd en besloot alvast van mijn paard te komen zodat ik langzaam naar hem toe kon wandelen met mijn paard aan de teugels. Ik begon te lopen maar toen ik halverwege was hield het paard opeens op met grazen, tilde zijn hoofd op en keek me aan. De laatste keer dat hij dat gedaan had was vlak voordat hij weer weg gallopeerde maar dat gebeurde nu gelukkig niet. Vanaf dat moment bleef hij me strak aankijken terwijl ik zo langzaam mogelijk liep en hem kalmerend toesprak. 30 meter, 20 meter, 10 meter, hij bleef me aankijken en de spanning was te snijden. Het leek wel een duel in een western maar nu was een van de twee geen cowboy maar een paard.

Ik was nog maar een paar meter van hem vandaan en moest een keuze maken, ging ik de teugels in een snelle graai proberen te pakken wat hem misschien zou laten schrikken of ging ik het zo rustig mogelijk doen waardoor ik misschien te langzaam zou zijn? Ik koos voor het laatste en zorgde ook dat ik meteen op mijn paard kon springen mocht hij er weer vandoor gaan. Met nog maar enkele centimeters tussen mijn hand en zijn teugels bewoog hij plotseling zijn hoofd van me af, mijn hart sloeg een slag over, ik dacht dat hij weer weg zou rennen maar dit was nu niet het geval. Ik wilde geen tijd meer verspillen en deed een graai, voordat ik het wist had ik de teugels in mijn hand en het paard sprong opzij, ik hield hem stevig vast tot hij weer rustig werd. Ik had in mijn eentje een paard gevangen!!!!

Terwijl totale euforie me overviel was het avontuur nog niet voorbij, ik moest met praktisch twee dagen ruiterervaring nog een rivier oversteken, een paar hellingen op en over een enorme vlakte heen, en dat alles met twee paarden. Het leek me wel zo verstandig om de paarden gewoon rustig te laten wandelen en terwijl ik de lange weg terug hobbelde over de droge vlakte zong ik een liedje in mezelf, ‘I went to the desert on a horse with no name’. Behalve dat het gevangen paard nog af en toe een paar keer hard aan de teugels trok verliep alles verder vlekkeloos.

Zo’n drie uur nadat ik van ze weg was gereden kwam ik weer aan bij Bryce en Andreas waar we natuurlijk een klein feestje vierden. De avond begon te vallen dus we vervolgden onze weg naar de rivier en zetten de tenten op. Het was pas de tweede dag maar het leek alsof we al een week onderweg waren met alle avonturen die we al beleefd hadden. We vroegen ons af hoe de komende drie weken eruit gingen zien..


Dansen in een ger en vissen vangen

De volgende dag zette we onze tocht voort door de rivier te volgen naar het volgende meer. Onderweg kwamen we wat toeristen tegen die daar met een 4wd tour waren, ze maakten foto’s van ons alsof we een van de attracties van het gebied waren. Tegen de avond nadat we onze tenten hadden opgezet aan het meer kwam er een jongen naar ons toe van een in de buurt gelegen ger. Hij nodigde ons uit om thee te komen drinken. We volgde hem en toen we binnen kwamen werd de tafel gedekt zoals dat in iedere ger gebeurd. Ze hebben allemaal dezelfde zelfgemaakte producten waarvan 4 van 5 zuivelproducten. Het aanbod bestaat uit melkthee met een soort broodjes en boter. Dan zijn er altijd nog 3 soorten kaas. De kazen zijn niet te vergelijken met de kaas die wij kennen, moeilijk te omschrijven waar ze wel mee te vergelijken zijn eigelijk. Het was altijd riskant om de kaas te proberen want soms hadden ze hem al zo lang in de kast liggen dat hij letterlijk zo hard als steen was. Als je zo’n stukje te pakken had kon je niet veel anders dan het discreet weer uit je mond halen en in je zak proberen weg te moffelen want je tanden er op breken is het echt niet waard.

De melk waar dit allemaal meegemaakt wordt komt van yakken en toen we bij deze ger aankwamen waren ze ze net aan het melken. Het is vrouwenwerk maar het leek me wel leuk om het eens te proberen en dat mocht. Ze deden voor hoe het moest maar dat was niet of nauwelijks te zien omdat de lange zwarte yakkenharen ervoor hingen. Ik deed maar alsof ik het snapte en stak mijn armen tussen de haren onder een dikke yak met grote hoorns die lam voor zich uit stond te staren. Ik voelde een beetje rond en kwam tot wat tuutjes die glibberig en glad aanvoelden, dat moest de uier zijn. Ik probeerde er wat aan te trekken maar er kwam niet veel uit. Lachen gieren brullen voor de locals natuurlijk en ze deden het nog een keer voor. Ik probeerde het nog een keer en dit keer kwamen er kleine straaltjes melk uitgespoten. Gelukkig hoefde ik de emmer niet te vullen want echt snel ging het niet en we gingen door naar binnen.

De gerren zijn van binnen versierd met kleden aan de wand en een paar eenpersoonsbedden waar ze met meerdere mensen in slapen. Vaak hangt er ook wel ergens een geschoten vos met dikke vacht en staat er ergens een kastje. In het midden is de kachel en een schoorsteen die naar een gat in het plafond leid. Het ziet er allemaal erg permanent uit maar ze kunnen de tenten binnen een uur opzetten en afbreken. Als je thee zit te drinken zit je rond een lage tafel op de grond. De kachel stookte in dit gebied nog gewoon hout omdat er wel genoeg bomen waren bij de meren maar omdat er vrijwel geen bomen zijn in de bergen of eigenlijk in heel de rest van mongolie is de hoofdbrandstof yakstront. Het wordt verzameld en op grote stapels gedroogd. Bij ons hebben ze houtstapels, hier hebben ze yakstrontstapels.

De meeste gerren hebben een zonnepaneel waarmee ze een accu op kunnen laden zodat ze af en toe naar een klein tv-tje kunnen kijken. In de ger waar we waren hadden ze ook zo’n kleine tv en dat hebben we geweten ook. Na het thee, brood en kaas ritueel werd de tafel opzij geschoven en werd er een band in de tv gestopt. Er stond een disconummer op uit de jaren 90 en ze begonnen te dansen, ze deden dit waarschijnlijk alleen omdat wij er waren en tja dan moet je wel mee doen. Het was al een grappige situatie maar toen nummer twee op kwam werd het nog beter. Het was een wals en dus moesten we met de meiden van de ger rondjes dansen in de ger. De jongens werden jaloers en wilden ook, achja waarom ook niet als we dan toch bezig zijn. Het hele gedoe werd nog hilarischer toen er geen nummer drie bleek te zijn, ze hadden welgeteld twee nummers en die kende ze heel goed. De nummers werden op zijn minst nog 10 keer herhaald totdat we gebaarde dat het wel genoeg was en dat we gingen slapen in de tenten, als het aan hun had gelegen waren we de hele nacht door gegaan..

De volgende dag stond ik om 6 uur op om te gaan vissen. Ik had voor 3 euro een werphengel gekocht in Ulaan Baatar en ging eens kijken wat ik er mee kon doen. Als voedsel voor de trip hadden we 14 kilo rijst met ingeblikte vis en groenten meegenomen. Het was maar de vraag of het genoeg was voor de hele trip en om niet te afhankelijk te worden van de nomaden moesten we het zuinig aan doen. Het zou dan ook ideaal zijn om verse vis te kunnen eten. Het was een goede ochtend en toen Andreas en Bryce twee uur later wakker werden stond ik trots met 10 vissen voor de tent.

We maakte een vuurtje waar we op konden koken en ik maakte de vissen schoon, de eerste vissen lagen al op het vuur toen ik net de laatste twee schoon had gemaakt bij het meer. Ik was zo enthousiast om terug bij de tenten te komen dat ik wat sneller liep en ik toen ik even naar de grond keek liep ik recht met mijn oog in een uitstekende tak die ik niet gezien had. Het ging nogal hard dus ik viel met een schreeuw op de grond maar ik kon gelukkig nog wel zien, ik voelde aan mijn oog en zag dat er bloed op mijn hand achterbleef. Ik liep snel terug naar de tent waar ik mijn handen ontsmette en in een spiegeltje keek, het bloedde tussen mijn wenkbrauw en mij oog en vlak onder mijn oog, echt geluk dus dat de tak niet recht mijn oog in was gegaan. Op het begin was ik super ongerust dat het gehecht moest worden maar zo erg was het niet. Als het wel zo erg was geweest waren we met minimaal 20 uur 4wden naar het eerste boerendorp toch nooit op tijd geweest..

We ontsmetten de wond met alcoholdoekjes en betadine en ik werd weer rustig, zo rustig dat plotseling alles zwart werd en ik op de grond viel. Ik werd wakker geschud door een bezorgde Andreas en Bryce die over me heen bogen. Op het eerste moment was ik was nogal geergerd want het voelde alsof ik een tijdje goed had liggen slapen maar ik was voor de eerste keer in mijn leven 10 seconden flauw gevallen. We hielden het de volgende dagen goed in de gaten maar het genas allemaal goed en wel. Maargoed, eigen gevangen vis eten van een kampvuurtje en rondtrekken met paarden, hoe back to nature wil je het hebben:)..

We besloten die dag een rustdag te hebben omdat het weer slecht was voor rijden. ’s Avonds werden we weer uitgenodigd door de mensen van ger om te komen eten. Als je uitgenodigd wordt voor thee of voor het avondeten dan is het gebruikelijk om een kadootje te geven. Hier waren we op voorbereid en daarom hadden we pennen, sigaretten, snoep en de cowboyhoeden meegebracht. Deze avond was dat allemaal niet nodig want ik had nog wat extra vis gevangen ’s middags die we ze als teruggift gaven.

De bergen in en modderpoelen uit

Er is te veel te vertellen om allemaal op deze site te schrijven dus zal ik wat hoogtepunten uit de volgende dagen pakken. Ik kan ook wel blijven schrijven hoe mooi het landschap om ons heen was en dat de locals naar ons zwaaiden vanuit hun gerren maar dat moet je er vanaf nu zelf maar bij denken:). Terwijl we verder reden door panoramalandschappen werden we meerdere malen uitgenodigd om thee te komen drinken en te lunchen in een ger wat soms mooie ontmoetingen gaf. Een bijna dove oude man in volledig traditionele kleding liet trots zien dat hij een scheermes had. Andere nomaden waren apentrots toen ze hun eerste foto’s maakten met onze camera’s en vroegen of ze de foto konden hebben, ze hebben alleen geen email en er is ook geen nomaden postservice dus dat ging helaas niet.

We waggelden lekker verder door het stille landschap met af en toe de krijs van een eagle als enige geluid. We volgden het meer totdat we bij een checkpoint kwamen van het leger. Het was een klein kampement en zo’n 2 km voordat we het passeerden werden we er al heen geleid door een soldaat te paard. Het was een uiterst professionele militaire operatie, behalve de paspoorten wilden ze ook mijn telefoonnummer hebben en ze wilden met ons op de foto. Sommige soldaten waren half in burger gekleed en waren aan het spelen met de hond en de kinderen. Ze wezen ons de weg en zwaaiden ons uit toen we verder trokken om onze tent een stukje verder op te zetten onder de helderste sterrenhemel zoals we die hier iedere nacht te zien krijgen.

We hadden ons al vaker vergist in de afstanden maar dit keer hadden we toch echt bevestiging dat we we ons gevoel voor afstand moesten bijstellen voor mongoolse standaarden. We begonnen de volgende dag ’s middags te rijden in de richting van het begin van een vallei die al in het zicht was en waar we binnen een uur dachten te zijn. Tegen de avond zette we onze tenten op in het begin van de vallei en nog niet eens voorbij de berg die we al heel de dag zagen. De GPS gaf aan dat we 22 km hemelsbreed hadden afgelegd. Dit geeft een beetje aan hoe groot en uitgestrekt de bergen en valleien hier zijn.

“It’s nice to wake up in a postcard everyday”, waren Bryce zijn eerste woorden toen hij de volgende ochtend uit de tent kwam. Die dag begon het echte bergtrekken met de paarden, we waren voorbij de meren in een vallei en we moesten over super smalle steile paadjes waar je nooit van zou denken dat je het met een paard kon doen. De rede dat wij wel dachten dat de paarden het konden was omdat er ’s ochtends een meisje van waarschijnlijk 8, misschien 10 jaar oud voorbij kwam rijden met haar paard terwijl ze een kudde van zeker 30 paarden over de smalle paadjes herderde. Dan moest het ons ook wel lukken, toch?

De paarden sprongen over stenen, klommen op rotsen en liepen door riviertjes terwijl we steeds hoger in de bergen kwamen. Soms was er een afgrond naast het smalle paadje met losse stenen die je kippenvel bezorgde als je dacht aan een schuiver van het paard. Als de paarden op onmogelijke plekken opeens kozen voor een paadje een halve meter hoger sprongen ze er zomaar naar toe, dit soort grappen lieten de adrenaline door je lichaam stromen. We passeerden een bergmeertje, reden door bossen en zagen het riviertje in de vallei steeds kleiner worden. Soms stopte de paarden voor een steil stukje of een riviertje en waren ze niet meer in beweging te krijgen. Op dit soort momenten nam Bryce zijn paard de leiding terwijl de andere twee volgden als ze hadden gezien dat het kon. Af en toe kwamen we wat locals tegen met volbepakte kamelen en paarden die ons dan de weg wezen en 10 minuten naar ons staarden. Ook als we niet direct op hun pad waren kwamen ze altijd naar ons toe om ons te begroeten en naar ons te kijken.

We zaten deze ochtend voor onze tent te ontbijten toen we aan de overkant van een brede snelstromende rivier 2 mannen te paard met 2 pakkamelen en een paard zagen lopen. We keken naar hoe ze voorbij trokken maar op een gegeven moment sloegen ze af in onze richting. We vroegen ons af of ze echt voor ons die brede rivier zouden oversteken en ja hoor, voordat we het wisten werden we weer aangestaard. Ze komen bij ons staan, roken een met krantenpapier gerold shekkie, vragen waar we heen gaan en lachen een aantal keer vriendelijk. Er valt alleen niet zo veel te zeggen want we spreken geen Kazachstaans of Mongools. Na een 10-tal minuten gaan ze dan weer en zo ontmoeten we alle herders en passanten van het gebied. Ze zien van grote afstand dat we niet uit de streek komen en aangezien hier normaal niet zo veel gebeurd is het wel zo interessant om even te gaan kijken. Ook de mensen van de gerren kijken en zwaaien allemaal als we passeren want hun honden laten al lang voordat we er zijn weten dat er vreemden aankomen.

Maar even terug naar de vallei, we daalden weer af naar de rivier onder in het dal en de grond werd wat moerassiger. Zoals zo vaak moesten we oze weg zien te vinden tussen zompige stukken grasland, modderpoelen en kleiner riviertjes. In dit soort landschadp is het pad vaak vaag of zijn er veel doodlopende einden. We stonden voor het zoveelste riviertje/modderplas waar je een gok moet nemen voor wat het minst diepe stuk is. Ik stuurde mijn paard af op een goed ogend stuk maar dat viel lelijk tegen. Hoewel het paard maar 3 stappen gedaan zat ik opeens tot mijn enkels in de modder en ik klom zo snel mogelijk van het zadel naar het gras naast de modder.

Ik keek om en daar lag mijn paard schuin in de modder met alleen zijn hoofd en rug er nog uitstekend. In een fractie van seconden was hij een meter diep in de modder gezakt! Het paard zag er ondanks de situatie erg kalm uit, bij mij was het anders, in mijn gedachten zag ik mijn paard met zadel en al wegzakken in de modder totdat het totaal verdwenen was. HOE KRIJG IK HEM HIER NOU WEER UIT?!! Schreeuwde het door mijn hoofd terwijl ik naar de andere twee riep dat ik hulp nodig had. Zij konden me alleen niet helpen want ze stonden nog aan de andere kant van de modderpoel en waren net zo geschokt als ik. Ik begon aan de teugels te trekken maar dat hielp voor geen meter en het leek zelfs dat het paard nog dieper weg begon te zakken.

Zijn rug stak aan een kant nog maar 10 cm uit de modder en de situatie leek hopeloos. Ik begon met mijn schoenen diep in de modder aan het zadel te trekken en opeens leek het alsof het paard er genoeg van had. Terwijl hij daarvoor zo kalm was maakte het nu een paar sterke bewegingen en hoppa, hij klom er zomaar uit. Ik stond er helemaal verbijsterd naast en alsof er niks gebeurd was begon hij naast de modderpoel te grazen. Toen we zelf allemaal weer rustig waren geworden moesten we kei hard lachen, wat een avontuur waar we in zaten..

Toen we een betere passage voor de andere paarden hadden gevonden gingen we verder langs hemelblauwe riviertjes, grazende kuddes paarden, yakken, kamelen, schapen en geiten en geweldige uitzichten. Het was een ontzettend avontuurlijke dag te dag te paard geweest, smalle steile paadjes, honderd ervaringen rijker en weer een avontuur beleefd, de avond begon te vallen en met een beetje fantasie kon je Ennio Morricones ‘Ecstasy of gold’ zo door het dal horen blazen..


De 3e grote ontsnapping

Het was al weer een tijdje geleden dat een van de paarden een ontsnappingspoging had gedaan maar de volgende ochtend was het weer raak. De paar dagen ervoor lieten we ze gewoon los grazen als we even pauze namen want ze bleven gewoon bij ons in de buurt. Toen we die ochtend wakker werden hadden twee paarden zich losgerukt van de haring (houten paal) waar ze aan vast zaten maar ze graasden gewoon nog in de buurt. Andreas had ze gepakt en vastgezet aan een haring samen met het derde paard. Normaal zette we niet meer dan twee paarden aan 1 haring maar omdat het alleen voor de ochtend was leek het wel ok.

Na 10 minuten leek het toch niet zo’n goed plan meer want toen ik net uit mijn tent was gekropen en het vuur zat aan te steken riep Andreas dat ik om moest kijken. Daar gingen ze, alle drie in draf naar de andere kant van de vallei. Dit keer was er geen paard om de andere te vangen, nu moesten we ze te voet achterna. We keken elkaar even aan en begonnen te rennen. De paarden waren rustig aan het grazen toen we bij ze aankwamen ik had alle vertrouwen dat ze zich gewoon lieten pakken net zo als de paar dagen ervoor. De waarheid was anders want toen ik dichterbij kwam renden ze alle drie weg. Ze gedroegen zich duidelijk anders als ze samen ontsnapt waren..

De volgende 2 uur renden we door het dal om ze te pakken te krijgen maar zonder resultaat. Ik kon een keer het touw pakken dat ze achter zich aan sleepten maar het werd met grote kracht uit mijn handen gerukt. Ook Andreas wist een van de touwen in een snoekduik te pakken te krijgen maar moest los laten nadat hij een paar meter over de grond was gesleurd.

Terwijl we door het ontdooiende landschap achter onze paarden aan holden kwam er een redder in nood over de heuvel gelopen; een geit. Deze geit zou hier namelijk nooit alleen rondlopen en al snel was de vallei gevuld met geiten en schapen en de bijbehorende herders te paard. Met de herders was het een fluitje van een cent om ze te vangen en even later waren we klaar voor vertrek.

Hoewel het leek alsof we ons avontuur voor de dag al wel gehad hadden, stond er nog een 3200 meter hoge bergpas op het programma. De klim begon langzaam maar al snel ging het pad zo steil de berg op dat je het nooit van een paard zou vragen tenzij je in mongolie bent en je weet dat dit de enige weg naar Tavan Bogd is en dat nomaden hier dagelijks zwaarbepakten kamelen en paarden overheen drijven. De paarden stopten vaak en het was moeilijk om ze aan het lopen te krijgen bij de erg steile stukken. Een mongoolse ruiter zou hier geen problemen mee hebben maar wij waren nog steeds maar beginnelingen..

We passeerden sneewvlaktes en zaten tussen de pieken van de bergen tot we weer naar beneden moesten over een pad dat minstens even steil en moeilijk was. Aan de andere kant van de pas kregen we een prachtig uitzicht over een enorme vallei waar we uiteindelijk de nacht doorbrachten in een ger.


Tavan Bogd; Gletsjer, bergbeklimmen en een sneeuwstorm

De volgende avond werden we weer uitgenodigd om in een ger te komen eten en slapen. Voor het avond eten kregen we versgeschoten plaatselijke knaagdieren op een grote schaal met vlees zoals dat hier gebruikelijk is. Praktisch heel het dier ligt er uitgestald en gekookt op de schaal, de ribben, de lever, de poten, een hele hoop stukken vet, echt alles wat eetbaar is. Normaal gesproken als we zo’n schaal met vlees voor ons kregen sneed een van de mannen met een groot mes het vlees in kleine stukjes. Dit keer werd mij het mes aangeboden. Ik pakte de stukken rib en de weet ik veel wat het allemaal was vast en deed mijn best terwijl de rest me aan zat te kijken de gesneden stukjes pakten.

Iedereen eet met zijn handen en ook ik pakte het vlees met mijn handen en gooide het dan gesneden terug op de schaal. Je weet eigenlijk bijna zeker dat de nomaden hun handen niet hebben gewassen en als ze het al gedaan hebben dan in ieder geval niet met zeep, hygiene is hier ver te zoeken. Uiteindelijk gaf ik het mes maar terug aan de man des ger want hij sneed toch wel betere stukjes en deed het ook 10 keer zo snel. Na het eten besloten we de plasic 1,5 literfles wodka open te maken die we al die tijd hadden meegesleept. We deden drankspelletjes met de familie en de buren tot diep in de nacht, ondertussen hield de brandende yakstront ons lekker warm.

Toen we wakker werden was het grootste deel van de familie al op. Lichtstralen die door de deur kwamen lieten zien dat er een hoop rook in de ger hing. Ik liep naar buiten en voelde me niet zo goed, de geur en de gedachten dat ik de hele nacht verbrandde yakstront had ingeademd gaven me het gevoel dat het wel even genoeg was geweest met de gerren, liever gewoon in mijn tent in de frisse buitenlucht vanaf nu.

Die dag kwamen we aan bij ons doel, Tavan Bogd. Vijf enorme bergen waaronder de hoogste van Mongolie. Lonely planet schreef dat er een basecamp was aan de voet van een van de bergen naast een 27km lange gletsjer. We reden naar het basecamp wat een enkele ger bleek te zijn met twee onderzoekers die niet bijster veel te doen hadden. Toen we onze tenten naast de ger hadden opgezet op 3100 meter hoogte gingen we thee drinken met de onderzoekers. Ik had al die tijd een klein woordenboekje bij van mongools naar engels en engels naar mongools wat ons al vaak had geholpen bij de bezoekjes aan de gerren want het hield iedereen bezig en voorkwam rare situaties door het taalprobleem. Na de thee vroeg een van de onderzoekers of hij het boekje een dag kon lenen. Ik vroeg me af waarom maar toen ik het twee dagen later op kwam halen bleek dat hij tientalle A4tjes had volgeschreven, hij had het woordenboek nagenoeg helemaal gekopieerd..

Wij hadden in die tussen tijd een wandeling gemaakt op de gletsjer en Bryce en ik hadden een van de bergen beklommen. De enige berg van Tavan Bogd die je kon beklimmen zonder klimuitrusting. De berg had een besneeuwde piek en tijdens de klim waaide het zo hard dat we ons soms aan de stenen vast moesten houden om niet om te vallen. Om de top te bereiken moesten we de laatste paar honderd meter tot kniediep in de sneeuw lopen maar het resultaat mocht er wezen. We kregen een prachtig uitzicht over de Gletsjer in mongolie en over bergen en valleien in Rusland en China. De top van de berg was namelijk het drielanden punt van deze drie landen. Het was bijna een vier landen punt want Kazachstan was ook maar 38 km verderop en als het weer wat beter was geweest aan die kant van de berg hadden we waarschijnlijk ook kazachstan in kunnen kijken. De piek van 4027 meter was mijn hoogste punt tot nu toe!

Op de weg naar beneden namen we een besneeuwde helling zodat we op onze kont naar beneden konden roetsjen. Ik had ook een enorme sneeuwbal gerold om naar beneden te rollen maar die brak jammer genoeg al snel in stukken op zijn weg naar beneden. Toen we halverwege de helling waren gaf de GPS aan dat we in Rusland waren. Achjaa illegaal de russische grens oversteken is ook een goed resultaat voor de dag:)

Andreas had niet met ons mee kunnen klimmen omdat hij die dag al terug was gereden naar een paar gerren 15km verderop om zijn paard te verkopen. Hij had namelijk minder tijd dan Bryce en ik en ging daarom eerder terug. Na de klim moesten we die avond nog naar het punt waar we hadden afgesproken met Andreas zodat we afscheid konden nemen. De klim had iets langer geduurd dan verwacht dus het was de vraag of we het zouden halen voordat het donker was. Tot overmaat van ramp sloeg het weer ook nog eens om en het begon hevig te sneeuwen. Om onze reisgenoot nog een keer te zien en behoorlijk afscheid te kunnen nemen voordat hij de 4wd terug naar olgi nam zette we alles op alles om het te halen dus reden we door de sneeuwstorm met zicht van maar een paar meter.

Een 3 cm dik pak sneeuw verzamelde zich op de zijkant mijn jas, de tassen en het paard. Het was een echte helse rit maar halverwege was het al bijna geen optie meer om te stoppen en de tent op te zetten omdat we helemaal doorweekt waren. We reden door eindeloze valleien met verkleumde handen en voeten maar gelukkig waren de paarden makkelijk aan te sporen. Nog nooit hadden we zo’n lang stuk in draf gereden maar toch waren we nog steeds niet bij de ger voordat het donker werd. Toen het begon te schemeren deed ik mijn hoofdlampje op wat de weg een beetje verlichtte maar we besloten dat als de ger niet snel zou komen we toch gewoon de tent op zouden zetten omdat het echt gekkenwerk begon te worden. Net toen we het op wilden geven zagen we een licht in de verte. We besloten er naar toe te rijden om te kijken wat het was. Na 10 minuten leek het licht nog steeds niet dichterbij en toen ging het opeens uit. Toen was het duidelijk, we zetten de tent op. We reden nog een paar honderd meter verder om een goede vlakke plek te vinden om de tent op te zetten en opeens zagen we het dak van een ger beneden aan de heuvel. Wat een verlossing, we hadden het gehaald!

Het bleek ook nog eens de goede ger met andreas te zijn en helemaal doorweekt warmde we op bij het vuur en vielen snel in slaap. Achteraf gezien hadden we echt geluk gehad want we hadden bijna onze tent enkele honderden meters van een warme ger opgezet. De volgende ochtend werd ik wakker en omdat ik mijn bed in het donker had klaargemaakt had ik niet gezien wat er allemaal omheen lag. Toen ik mijn ogen open deed staarde ik in een rode homp vlees en bot, toen ik rechtop ging zitten om te kijken wat het was bleek het de kop van een geit te zijn die met zijn verse open nek richting mij lag. Ik keek verder om me heen en boven me hing een gedroogde opgeblazen maag. Achja hygiene is hier soms ver te zoeken, of had ik dat al gezegd;)?


De weg naar Olgi

Vanaf dat moment waren we dus nog met z’n tweeen. Het plan was om nog terug te rijden naar Olgi wat uiteindelijk nog een tocht van 7 dagen werd. De nachten werden kouder en als we ons ’s ochtends wilde wassen of de afwas wilden doen moesten we eerst het ijs van de kleine meertjes breken. We reden soms een hele dag zonder een enkel mens of ger te zien want het gebied waar we nu waren was minder grassig en dus minder interessant voor het vee van de nomaden.

Een ochtend werd ik vroeg wakker en schreef ik in mijn dagboek: “Nu we dik twee weken onderweg zijn begin ik sommige dingen te missen, of naja, misschien is missen een groot woord maar ‘t zou fijn zijn om weer eens iets anders te eten dan rijst met ingeblikte vis. Wat bier of een colaatje zou er ook wel in gaan en na al die tijd wassen in ijskoude watervallen of gletsjersrivieren zou een warme douche zeker niet verkeerd zijn. Maar na het ochtendritueel van de paarden water geven en ze verplaatsen naar een vers stuk gras zit ik hier onder een strakblauwe hemel in het midden van een prachtige vallei voor mijn tent. In de verte grazen wat yakken, paarden en kamelen en er is geen mens voor zo ver als je kan kijken. De stilte is oorverdovend en als er al een mens is dan is het er een te paard. Het geluid van motoren, de stadsgeluiden en uitlaatgassen zijn hier niet. Ik moet dan ook zeggen dat ik er ondanks het gemis van wat luxe, eerder tegen opkijk dan er naar uitkijk om weer in de bewoonde wereld te zijn. We hebben nog een week te gaan, eens kijken hoe ik er dan over denk.”

In de laatste week gebeurde minder spannende dingen, we waren zelf meer ervaren met de paarden en de paarden waren ook rustiger. We reden door terwijl dieren voor ons wegschoten naar hun holen en passeerden tientallen skelletten zoals die hier overal liggen. We zagen dode paarden, skelletten van kamelen, schedels van allerlei andere dieren en op een plek een enkel paardenbeen dat nog aan het rotten was..

Er waren nog steeds wel kleine problemen die we af en toe op moesten lossen. Zo hadden we een avond onze tent opgezet toen we er achter kwamen dat er geen grote stenen in de buurt lagen. We zaten in het midden van een grassige vallei en hadden een steen nodig om de paarden aan vast te binden of om de haring mee in de grond te slaan.We konden ons allebei herinneren dat er een stapeltje stenen lag voordat we op die plek aan waren gekomen maar hoe ver was dat wel neit terug? 15 minuten? Misschien 30? Het was onze enige optie want we moesten iets en dus gring ik terug om een steen te halen. Na zo’n 15 minuten kwam ik er een tegen en met wat moeite kreeg ik hem op mijn zadel. Het was nogal een uitdaging want als de steen zou vallen zou het paard in paniek raken en aangezien ik een kwartier rijden van Bryce vandaan was had ik daar geen zin in. Het ging gelukkig allemaal goed en ik reed veilig terug naar de tent waar een chagerijnige Bryce op me wachtte. Zodra ik vertrokken was met mijn paard had hij blijkbaar enorme moeite moeten doen om zijn paard in bedwang te houden. De paarden zijn namelijk erg aan elkaar gehecht geraakt en iedere keer als we een rit maken met een van de twee dan begint de ander te hinniken en moeilijk te doen. Dit heeft ook voordelen want als een van de twee losbreekt ’s nachts (wat een paar keer gebeurd was) dan blijft hij toch in de buurt.

De weg naar Olgi lied ons door Tsengel en Ulaan Gust, twee kleine dorpen waar de locals ons belangstellend aankeken. Het was grappig om met de paarden de dorpen binnen te rijden en door iedereen aangestaard te worden, weer dat wilde westen gevoel. We aten onze eerste stukken chocola sinds weken en dronken cola, maar als ik eerlijk moet zijn was het lang niet zo lekker als dat ik het me had voorgesteld. Toch had ik het wel helemaal gehad met rijst dus het was fijn dat we dat nu even niet meer hoefde te eten.


We staken wat diepe rivieren over die ons tot onze knieen nat maakten, ook kwamen we nog vast te zitten in een moeras omdat er op een gegeven moment overal om ons heen riviertjes waren waar de paarden niet overheen wilden. Uiteindelijk hebben we ze met genoeg aansporing toch zo ver gekregen.. Een van de avonden hadden we de tent vroeg opgezet omdat het begon te regenen, toen we de volgende ochtend wakker werden lag er een dikke laag sneeuw op de tent. Die dag reden we dus door een prachtig besneeuwd landschap met de paarden. Ik zat op mijn paard en was overtuigd dat dit, te paard, de mooiste manier was om mongolie te zien. Nu het bijna voorbij was en alles goed was gegaan kon ik niet anders dan super trots terugkijken op deze reis. Toen het plan in mijn hoofd kwam leek het gekkenwerk en vroeg ook ik me af of het wel zou gaan lukken. Het was dan ook niet altijd makkelijk om het plan te verwezelijken en ook de tocht met de paarden zelf had wat hobbels in de weg, maar het resultaat mag er zijn..

En toen was het dan zo ver, na dik drie weken op een paard rond te trekken en honderden kilometers te hebben afgelegd kwamen we aan in Olgi. Een maaltijd met groenten was prioriteit nummer een, ik snap trouwens niet hoe die nomaden geen scheurbuik krijgen want we hebben niet een keer groenten gezien laat staan gegeten. We hadden zoveel zin in een gebakken ei voor ontbijt en even geen mongoolse kookkunst dat we zelf eieren hadden gekocht en naar een restaurant gebracht om te vragen of ze dat voor ons klaar wilden maken. Het was geen probleem en er werd maar 500 Tugruk (25 eurocent) voor gerekend.


Nummer twee op het ‘to do’ lijstje was de paarden verkopen dus op naar de veemarkt! We liepen met onze paarden door het stadje terwijl de auto’s en de motoren voorbij raasden. We waren de attractie van de dag, misschien wel van de maand. De bouwvakkers hielden op met bouwen, verkopers kwamen uit hun winkels en voorbijgangers bleven even stil staan. Wat was dat nou weer, twee buitenlanders met paarden in de stad. Iedereen riep ‘hello!’ en keek ons na met een grote lach op zijn gezicht. Er was niet een persoon die zijn lach kon verbergen, het zegt wel wat over het mongoolse volk, ze zijn allemaal ontzettend vriendelijk.

Uiteindelijk liepen we in een deel van de stad waar er meer en meer mensen met stukken vee voorbij kwamen lopen, we gingen dus de goede kant op. Er kwamen zelfs wat motoren voorbij met 2 mannen en 1 schaap ertussen in. Eenmaal aangekomen bij de markt werden we bestormd door een groep van zo’n 30 mannen. Ze wilden ons allemaal een hand geven en de prijs weten. Ze bekeken het maar, wij moesten ook beginnen met een bod toen we de paarden kochten dus nu was het hun beurt.. Je moet je niet te veel voorstellen van zo’n markt, het is gewoon een stuk zandgrond met een muur er omheen waar in iedere hoek wat geiten staan en wat schapen rondrennen. We werden omringd door de grote groep mensen die allemaal naar de tanden, de hoeven en de rest van het paard keken terwijl ze in volzinnen kazachstaans tegen ons praatten.

Ze wisten wel dat er een goede prijs uit deze toeristen te halen viel want we hadden natuurlijk niet eindeloos de tijd. We wachtten die dag af maar er kwamen geen behoorlijke boden dus gingen we de volgende dag terug. De grote belangstelling was natuurlijk weg na een uurtje dus zaten we urenlang op de markt te kijken hoe de mannen achter de schapen aan renden en steentjes naar ze gooiden om ze bij elkaar te houden. Na anderhalve dag kwam er eindelijk een redelijk bod en uiteindelijk hadden we onze paarden zoals verwacht voor de helft van de prijs verkocht als waar ze voor gekocht hadden. Toen de koper zijn geld wilde geven bleek dat hij niet genoeg had en wilde hij

  • 15 September 2009 - 07:16

    Dorus:

    Zo broertje, mooie verhalen weer... ben pas op de helft maar moet me nu toch echt even met andere dingen gaan bezighouden. Ben jaloers op je man!

    Tot Skype!


  • 15 September 2009 - 08:08

    Julia:

    WOW!
    Te gaaf allemaal
    xx

  • 15 September 2009 - 08:25

    Vera:

    Wow wat een verhaal!
    Deze slaat echt alles qua lengte én avontuur :)
    Je bent gewoon een cowboy geworden ;)
    x

  • 15 September 2009 - 08:50

    Valerie:

    heeey joeri!!!jeeeeetje wat een leuke verhalen zeg!!!echt superspannend om te lezen man!!!echt een bizarre ongelofelijke gave tijd moet dat voor je zijn zeg!!geniet er nog maar lekker van!en wanneer je weer thuis bent moeten we maar es afspreken,is wel gezellig he?
    take care mate!
    xxx

  • 15 September 2009 - 09:39

    Ralf:

    Hee Joeri, respect man! Ongeloofelijk avontuur. Paarden vangen in de wildernis...en eten tussen de brandende yak stront, ook ik ben dik jaloers op je. Suerte! avonturier

  • 15 September 2009 - 10:05

    Jelle:

    Damn gast... Ben nu op de helft van het verhaal... (helaas moet ik ff stoppen met lezen omdat ik naar school moet). Maar gast damn... wtf voor vetten verhalen jij mee maakt man! Hoop dat het niet oer saai word voor je, als je weer in huize poortstreet woont ;-).

  • 15 September 2009 - 11:19

    Flip:

    Wat een avontuur!!!

  • 15 September 2009 - 11:58

    Gijs:

    Echt vet man die avonturen die jij mee maakt. Ben jaloers

  • 15 September 2009 - 11:59

    Wim,Deurne:

    Joeri,
    Wat een spannend en avontuurlijk verhaal.Ik heb je verslag in een ruk uitgelezen.
    Pas goed op jezelf want in het Valkemswaardse zitten zonder twijfel mensen op jou te wachten.

    Wim

  • 15 September 2009 - 12:12

    Mark Marijnissen:

    kick-ass, of eigenlijk kick-horse. haha.

    ik lees straks de 2e helft :o

  • 15 September 2009 - 12:30

    Merel:

    Echt super om te lezen allemaal! Hoe flik het het toch! Het is veel lezen, maar met veel plezier ;)
    Groetjes uit Utrecht!

  • 15 September 2009 - 12:44

    Loes:

    Wow, joeri, echt te gaaf!!! Super cool dat je daar gewoon ff te paard door mongolie gaat:D
    Lang verhaal, maar het helemaal lezen is zeker de moeite waard!

  • 15 September 2009 - 13:40

    Yannick:

    Mooie shit man.. mooie shit! ik heb me de hele tijd op de uni verheugd om naar huis te gaan om de rest van het avontuur te lezen. keep it up!

  • 15 September 2009 - 16:28

    Elisa:

    i went to the desert on a horse with no name

    hoe ironisch! ik lees zo verder.. x elisa

  • 15 September 2009 - 16:42

    Elisa:

    joeri, bryce en andreas dus.. maar wie is dan the good, the bad en wie the ugly??

    haha..
    echt tof dit te lezen ik zou willen dat ik er was en hoop snel weer verder te lezen!!!


  • 15 September 2009 - 19:23

    Annemarie:

    Wat een heerlijk verhaal ; ik moet erg om je lachen af en toe. En fijn dat je nog steeds kan "rutschen".
    Hoor graag weer snel van je zodra je in Peking bent..... Niet overmoedig worden hoor?Liefs

  • 15 September 2009 - 19:55

    Jessica:

    Na je gewéldige verhalen over je vorige avontuur moest ik dit natuurlijk ook bijhouden. Heb net de helft van dit verhaal gelezen en toen maar besloten om even 17 a4tjes uit te printen om morgen de rest te lezen in de trein ;).

    Zit compleet te genieten van je verhalen, elke reis die ik ook ooit zal maken zal compleet in het niet vallen met jouw reizen.

    Héél veel plezier nog en pas goed op jezelf!
    x

  • 16 September 2009 - 13:41

    Jelle:

    Zo door deel twee heen... En gast... Echt foking chill man! Ik zie jou echt al staan als die paarde voor de zoveelste x er vandoor gaan :)
    Suc6 daar in china!

  • 16 September 2009 - 14:12

    Marijke:

    Joeri wat een verhaal en wat een avontuur geweldig. jij durft, zover van huis maar tot nu toe alles goed, wens jouw veel lieve groetjes en een knuffel marijke.

  • 18 September 2009 - 11:53

    Marlieke:

    Jaaa, vandaag had ik weer wat tijd, dus kon ik mooi je verhaal aflezen! Jezus Joeri, er komen af en toe serieus traantjes in mijn ogen als ik je verhalen lees. Blijf genieten, ik ben benieuwd naar wat je allemaal nog zult meemaken. Kan me voorstellen dat het meest spectaculaire deel nu wel is geweest, maar dat weet je maar nooit!!

  • 18 September 2009 - 20:21

    Eva:

    hey Youri,
    geef jij dat paard van jou wel te eten? ;) haha
    super toffe foto's man!
    Echt heel cool!
    Succes daar nog en maak er wat van!
    Wat een ervaring...

    Groetjes uit t koude Holland!

  • 18 September 2009 - 20:23

    Tjerk:

    En die biefstuk onder dat zadel...
    Of heb ik weer niet goed opgelet?
    Tip: Er bestaat wodka met steppegras :)
    Groet!

  • 20 September 2009 - 03:38

    KIM :):

    wat een lang verhaal! wel vet allemaal :) jij redt je ook gewoon altijd en overal wel he

  • 26 September 2009 - 02:55

    Bernhard:

    wat een verhaal wat lang. nog niet klaar met lezen, een aanrader foto's plaatsen op picassa van google. is gratis tot 1gb. heb er zelf rond de 2000 foto's op. en kijkt een stuk makkelijker.

  • 29 September 2009 - 06:39

    Liesbeth:

    Ha Joeri,

    Ik wist dat je weer op reis was, maar spotte een paar dagen geleden je reisverslagen in de mailbox van Ries. Jongen, met ingehouden adem en rode oortjes ben ik je verslagen aan het lezen. Ben nog nauwelijks op de helft van dit verslag over je tracking met paarden. Mijn liefde voor de omgang met levende have en het rondtrekken in lege landschappen ben jij daar aan het bedrijven. Een beetje heb ik het mogen ervaren in de hoogvlaktes van Tibet en kan daarom enigzins begrijpen hoe overweldigend de natuur, en alles wat er leeft en woont, in Mongolië is. Als je op je weg nog oog in oog komt te staan met roedels wolven, heb je later in de hemel niks mooiers meer te beleven. Een minpuntje, en ook de vraag hoe zo'n confrontatie zou aflopen. Ik vind je wel een zondagskind. Met lef en charme red je je uit allerlei penibele situaties. Heel goed! 'k Ga hier weer verder met de kost verdienen, wat ik normaal gesproken met liefde doe maar na jouw verhalen wel erg saai vind, en vanavond verder met je avonturen te paard in Mongolië.
    Geniet er van!
    Doe ik ook.

    Liesbeth


  • 17 December 2011 - 13:38

    Rob:

    ik ben van plan om naar mongolie te gaan en daar ook een paard te kopen enzo maar hoelanng duurt zo'n reis nou eigenlijk 3 maanden en welke taal spreek je daar ?

  • 24 Februari 2013 - 12:45

    Aréke Van Der Meer:

    HOi!!!

    ik heb zo enorm genoten van je!!! eigenlijk zocht ik naar info over een bepaald gebied en was bezig met sjamanisme, vanwege een lezing waar ik voor uitgenodigd ben aanstaande zaterdag.
    Ga nu even naar zee en zsm verder met lezen van je verslag.
    Ik ben helemaal geen lezer, maar hier ( van jou ) kan ik bijna geen genoeg krijgen en dat wil wat zeggen!!! hahahahahaha DANKJEWEL!

    HARTELIJKE GROET en tot ziens!!

    Aréke.

  • 03 Februari 2017 - 21:37

    Daphne:

    Hoi Joeri,

    Ik weet dat dit al een heel aantal jaar geleden geschreven is, maar wat onwijs gaaf!!
    Ik en een goede vriendin van mij willen ook graag een keer zo'n reis gaan maken door Mongolië. Hier heb ik wat vragen over zou ik je via email kunnen contacteren?

    Groeten Daphne

  • 15 Oktober 2017 - 16:40

    Hi:

    hi

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joeri

Actief sinds 25 Sept. 2006
Verslag gelezen: 3789
Totaal aantal bezoekers 96028

Voorgaande reizen:

13 Juli 2009 - 08 Januari 2010

Over land naar china en terug!

20 Oktober 2006 - 14 Augustus 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: