Hulp van de herders, Gieren en oeps, Tibet! - Reisverslag uit Lijiang, China van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu Hulp van de herders, Gieren en oeps, Tibet! - Reisverslag uit Lijiang, China van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu

Hulp van de herders, Gieren en oeps, Tibet!

Door: Joeri

Blijf op de hoogte en volg Joeri

02 November 2009 | China, Lijiang

Hallo!

De vorige keer was de laatste alinea van het verhaal door een foutje niet op de site gekomen en daarom nu eerst nog even het einde van mijn vorige verhaal:

De rest van de dag was een erg mooie rit door een prachtig winterlandschap. Ook nam ik nog wat meer lifters mee. Lifters? Ja, er liepen twee meiden langs de weg en toen ze me zagen staken ze hun duim omhoog. Eerst dacht ik nog dat ik net als de vorige keer gewoon een van hun mee kon nemen maar dat was duidelijk niet hun plan. Met moeite klommen ze op de motor waar ik nog op zat en samen met mijn bagage zaten er nu dus drie mensen op mijn motor. In Nederland zou je dit nooit voor mogelijk houden maar hier kan en doet iedereen het dus waarom ik ook niet, ik begin meer en meer in een tibetaan/chinees te veranderen:) .

Nu ben ik in Dege, hier is een van de drie belangrijkste lamakloosters voor de tibetanen. Hier is 70% van de tibetaanse literatuur opgeslagen in de vorm van houten ingegrafeerde blokken die in de inkt gedompeld kunnen worden en op deze manier een afdruk op papier of doek kunnen printen. Er worden in dit klooster dan ook zo'n 2500 prints per dag gemaakt. Onder andere de geschiedenis van het Indisch boeddhisme geschreven op 555 houtblokken, de enige overlevende versie in de wereld, wordt hier opgeslagen. Ook hier was duidelijk dat het toerisme deze plek tussen de Chola pas en de tibetaanse grens nog niet bereikt heeft want ik kon gewoon door de archieven met de houten printblokken lopen zonder dat iemand me in de gaten hield. In andere woorden ik had ook een paar souvenirs mee kunnen nemen. Maar wat me nog meer verbaasde was dat dit klooster vrijwel helemaal opgebouwd uit hout, en een opslagplaats van ongekende waarde voor het boeddhisme van geschriften in hout niet eens sprinklers of brandblusser geinstalleerd had. Om het klooster liep een stroom van mensen, het zijn pelgrims die op zijn minst 1000 keer om het gebouw heen moeten lopen om tot spirituele ontwikkeling te komen. Dan rij ik nog liever duizenden kilometers over verschrikkelijke wegen;).


Ik ben nu echt super dicht bij Tibet, morgen rijd ik een weg met aan de andere kant van de rivier het verboden land. De komende dagen vervolg ik mijn route naar warmere oorden, namelijk, het zuiden!


Daarover meer, de volgende keer, Groeten!

Joeri





En dan nu wat ik daarna allemaal nog gedaan heb:)


Mijn vertrek uit Dege was meteen een dag om nooit te vergeten, na ongeveer een uurtje zou ik bij een rivier komen waar ik de brug in geen geval over moest steken omdat aan de andere kant het voor buitenlanders verboden Tibet zou zijn. Nou zijn er wel meer bruggen en rivieren en richtingaanwijzing ontbreekt hier nog wel eens op de kruispunten dus soms moet je soms om de weg vragen. Zo was het ook nu toen ik aankwam bij een brug met een militaire controle post. Ik wist dat als de verboden brug zou komen ik een weg aan de goede kant van de rivier moest volgen maar die weg had ik nog niet gezien dus besloot ik het voor de zekerheid maar even te vragen. Minpuntje was dat de enige mensen in de omgeving waar ik het aan kon vragen de militairen zelf waren.

Bij een van de twee schuttersputjes probeerde ik de naam van het plaatsje waar ik naar toe wilde zo goed mogelijk uit te spreken maar de zwaarbewapende soldaat begreep er duidelijk geen zak van. Het gebeurd wel vaker dat ik een woord of naam tien keer precies zo probeer uit te spreken als zij het doen maar dat ze me nog aankijken alsof ik chinees praat, uuh alsof ik dus geen chinees praat. In dit geval kwam mijn gebrek aan articulatie niet echt goed uit omdat ik aan werd gestaard door een stel nerveuze soldaten. Ik wilde net de kaart uit mijn rugzak pakken om aan te wijzen wat ik bedoelde toen er een hoger geplaatste soldaat met een halfautomatisch machinegeweer van de post aan de andere van de weg schreeuwend naar me toe kwam gelopen met gebaren dat ik door moest rijden, en wel onmiddelijk.

Er was verder geen verkeer en ik had niet het idee dat ik iets fout deed maar wat doe je als iemand met een machinegeweer boos naar je schreeuwt dat je door moet rijden? Dan rij je door. Ik glimlachte naar de bozerik, knikte naar de andere soldaten en reed over de brug waar ik op dat moment eigenlijk al wel vrij zeker van wist dat ik er absoluut niet overheen mocht rijden. Eerst vroeg ik me af hoe dit nou weer af ging lopen maar een paar honderd meter na de brug begon ik net te denken dat ik dit dan waarschijnlijk toch gewoon een andere brug was geweest met een militaire controle post maar deze gedachte duurde maar kort. Ik sloeg de bocht om en zag een gebouw met twee slagbomen achter elkaar. Er stond een agent en hoewel ik normaal wegkijk en mijn ogen dichtknijp, (om meer chinees te lijken maar ik geloof zelf eigenlijk ook niet dat dit werkt:), deed ik dit nu niet omdat ik, mocht het al verboden land zijn, niet de indruk wilde wekken dat ik Tibet binnen probeerde te sneaken.

Zijn gezicht kreeg een geschokte uitdrukking toen hij voorover bukte om nog eens goed door het schermpje van mijn helm heen te kijken om te bevestigen wat hij zag. Hij maande me tot stilstand en ik zag aan zijn lichaamstaal dat hij niet goed wist wat hij moest doen met deze kaukasier die net vrolijk zijn helm af had gedaan. Ik zag hem denken, 'oh shit, een buitenlander, is dit niet de rede dat ik al die tijd op deze verlaten weg gestationeerd ben? Wat moet ik doen??' Na letterlijk een halve minuut met open mond naar me gestaard te hebben, gebaarde hij dat ik moest blijven staan en liep hij over de binnenplaats van het gebouw waar hij iets naar binnen riep wat ongetwijfeld iets van 'help een buitenlander!' was want binnen een minuut stonden er zo'n twintig mensen in regenboog van verschillende kleuren uniformen om me heen naar me te kijken. Er was politie, er was leger, lage rangen, hoge rangen en zelfs de schoonmaakster stond bij de poort. Ook was er een agent die twee woorden engels sprak.

'Where are you going?' was de vraag. Om slecht getimede misverstanden te voorkomen haalde ik dit keer de kaart maar meteen uit mijn rugak en wees ik het plaatsje Baiyu aan. Een vlaag van opluchtig ging door de groep en er werd me verteld dat dit niet de goede weg was, ik moest terug over de brug en dan de weg aan de overkant van de rivier volgen. Aha, er was dus wel een weg aan de overkant. Ik bedankte, lachte een keer naar de groep waarvan er nu ook een paar een glimlach kwijt konden, deed mijn helm op en draaide de motor om. Voordat ik wegreed vroeg ik nog even snel voor de zekerheid, 'so this is Tibet?'

Tot mijn grote vreugde werd er bevestigend geknikt en ja gezegd, ik zwaaide en reed weg. Op de brug moest ik heel hard lachen en zwaaide ik vrolijk naar de boze soldaat. Bedankt klootzak! Door jou ben ik illegaal in Tibet geweest! Ik ben er dan wel na 10 minuten weer uitgezet maar toch mooi om te kunnen zeggen:). Wat me wel opviel is dat ik ondanks de druk van alle serieuse mannen in uniformen en de bijbehorende wapens en bevelen ik helemaal niet zenuwachtig of nerveus werd. Ook het risico van illegaal op een motor, illegaal Tibet betreden liet mijn hart niet sneller kloppen. Echt alles went dus blijkbaar..

Ik vervolgde mijn weg langs de rivier die de grens met Tibet markeert, zoals overal geven de chinesen aan alles veel te mooie namen en dat was ook nu weer het geval, de rivier heette de 'Golden Sand river'. Als ze hem de lichtbruine modderstroom hadden genoemd hadden mensen hem tenminste kunnen herkennen. Namen als 'hall of supreme harmony' voor een lege hal met drie ongemakkelijke stoelen en 'temple of heavenly wisdom' voor een slecht gepleisterde tempel uit de jaren negentig zijn dan ook niet ongewoon. De rest van de dag was gewoon lekker rijden op een irritante lekke band na. Het was irritant omdat ik de dag ervoor in Dege de binnenband nog had laten vervangen omdat hij daar ook al lek was. Het was sowieso de band waar ik al de meeste problemen mee had gehad en die al twee keer eerder vervangen was.

De weg was vrij rustig maar ik hield de eerste mensen aan die voorbij kwamen, het waren drie motorrijders, en hadden gereedschap bij waarmee ze me hielpen de band te plakken. Na een half uurtje was ik weer onderweg. Tegen de namiddag reed ik door de sneeuw toen heuvelop steeds moeizamer ging en de acceleratie ook achteruit ging, ik stapte af en de band was voor de tweede keer die dag lek. Het had geen zin om door te rijden want het volgende dorp was 40 km verderop en het laatste dorp was 35 km terug. Dan maar rustig een boekje lezen en wachten totdat ik met iemand mee naar een van de dorpen kon liften om hulp te halen.

Het was behoorlijk in de middle of nowhere en het was een verlaten weg. Lezen lukte niet want ik kon niet stil zitten door de kou en ik probeerde mezelf warm te houden ondanks de sneeuw de op me neer dwarrelde toen er wat herders met een flinke kudde yakken kwamen aangelopen die hun dieren op stal gingen zetten. Ze kwamen kijken wat er mis was maar konden me niet helpen en verdwenen even later in de stallen op een heuvel niet ver van me vandaan. Na een koud uurtje voor de teentjes aan de kant van de weg zonder dat er enige vorm van verkeer voorbij was gekomen kwam een van de vrouwen naar buiten en riep en wuifde dat ik moest komen.

Aanvankelijk was ik er niet zo blij mee want als ik niet op de weg was dan kon ik die mogelijk enige motor of auto al helemaal niet staande houden maar ik had terwijl ik buiten zat af en toe een vlaag van verbrand hout geroken dus misschien hadden ze daarbinnen een vuurtje gaande waar ik me aan op kon warmen. Ik liep dus naar wat ik dacht dat het stallen waren maar het bleken hun huizen te zijn.. De yakken bleven dus buiten en binnen was het inderdaad behaaglijk warm.

Het waren blokhutten van 1 kamer met een haardvuur, in de hoek twee slaapplaatsen, ik zal het geen bedden noemen, en een open plek waar wat melkproducten lagen te drogen op een doek. Er hingen stukken vlees te drogen aan een waslijn en er was 1 plank en 1 hoek met kookbenodigdheden en hun enige bezittingen. De boomstammen waar het huisje uit bestond waren zwart van de roet omdat er integenstelling tot de bij de nomaden in mongolie geen schoorsteenpijp was boven de vuurplaats maar alleen een gat in het plafond. Er hing dan ook best wel wat rook binnen en de longen van die mensen moeten er erger uit zien dan die van de zwaarste roker.

Ze hadden nog een onverwarmde schuurachtige ruimte waar ze me naar toe brachten waar geheel verassend een motor in stond. De man van het huisje haalde het ding naar buiten en het leek er op dat hij me naar een van de dorpen ging brengen. Ik haalde mijn motor op om hem bij het huisje te zetten en toen ik daar klaar mee was stonden ze allemaal buiten naar me te kijken. Waar wachten we nog op dacht ik bijmezelf terwijl ze naar me keken. De vrouw gebaarde dat ik op de motor kon gaan zitten en toen werd me duidelijk dat de man helemaal niet van plan was om me naar het dorp te rijden. Ze vertrouwden de motor aan me toe en lieten me zelf een nieuwe binnenband gaan halen! Wat een vertrouwen en gulheid weer van de mensen die zelf bijna niks hebben.. Hun duurste bezit gaven ze zomaar aan deze totale vreemde te leen!

Ik reed terug naar het dorp, vulde de tank om ze te bedanken, kocht een binnenband en wat snacks om uit te delen die avond. Het werd namelijk al donker en zelfs al zouden we die avond de band nog vervangen dan zou ik toch bij hun huis blijven slapen want in het donker rijden heeft het geen zin omdat je niks ziet en is ook nog eens gevaarlijk omdat er overal afgronden en slechte wegen zijn. Eenmaal terug bij de huisjes zette ik mijn tent op onder grote belangstelling van alle herders. Ik deed dit onder andere om te laten zien dat ik niet helemaal afhankelijk van ze was wat voor hun maar ook voor mij iets relaxer is omdat ze me dan bijvoorbeeld kunnen uitnodigen om binnen te komen en te blijven slapen en anders is het meer een verplichting waar ze mee opgezadeld zitten en wat soms een rare sfeer op een avond legt.

Door de aanhoudende sneeuw had ik onderhand behoorlijk koude handen en voeten en was het dus wel fijn om op te warmen bij hun vuur toen ze me inderdaa uitnodigden om binnen te komen. Wat thee en foto lol later werd er ook aangeboden dat ik binnen kon slapen maar dat aanbod sloeg ik af. Na mongolie heb ik wel genoeg bij herders en nomaden de nacht door gebracht en zelden stond ik op met een gezond gevoel na de hele nacht de rook in te ademen die hier nog veel erger was dan in de meesten gerren. Dan lig ik nog liever in mijn wat koude tent in de frisse lucht en zo kon ik ook nog wat lezen voordat ik ging slapen. Ik merkte dat het een stuk makkelijker was om met zo'n taalbarriere bij mensen te verblijven als je met meer mensen was, zoals in mongolie met Bryce en Andreas, omdat je dan uiteindelijk allemaal je eigen gesprek kan voeren. Nu was het toch iets minder gemakkelijk allemaal, toch was het haardvuur wel lekker warm.

De volgende ochtend werd de binnenband vervangen en kon ik weer op pad. De weg was geweldig en toen ik suisend om een haarspeldbocht kwam met spectaculair uitzicht trapte ik opeens hard op de rem. Er lag een dode yak langs de weg waar twee gigantische gieren op zaten. Ze waren zo druk het karkas uit elkaar aan het trekken dat het leek dat ze mijn aanwezigheid niet eens in de gaten hadden waardoor ik super dichtbij kon komen. Uiteindelijk hupsten ze toch weg met halfgespreide vleugels en grote beveerde poten. Onze grootste kippen zijn er niks bij, wat een enorme vogels. Ze hupsten de heuvel op waar ze op de rand van de weg waar ik net vandaan kwam naast nog een stel gingen zitten.

Ik reed terug naar boven om ze nog wat beter te bekijken, ze zaten prachtig op een rijtje met hun kale koppen over een redelijk steile afgrond te kijken. Ik stapte af om ze stil te kunnen benaderen en terwijl ik dichterbij kwam spreidde ze een voor een hun vleugels en vlogen ze keurig omstebeurt de vallei in. Deze show leek fijntjes geoefend want de ene gier begon zich pas klaar te maken als de ander goed en wel weg was en zo kon ik op een afstand van een kleine tien meter geweldig mooi zien hoe ze hun vleugels met een spanwijdte van zeker meer dan een meter open klapten, een klein sprongetje maakten en verder op thermiek de diepte in zeilden.

Een paar kilometer verder verder had ik wat minder reden om enthousiast te zijn want de gloednieuwe band die we er die ochtend in hadden gestopt was al weer lek. Nu wist ik het zeker, dit was geen pech meer, en hoe slecht de wegen ook zijn, dit had een andere oorzaak ook al zat het gaatje steeds op een andere plek. Bij een van de monteurs had de velg al wel op wat plaatsen glad geschuurd en de buitenband was ook al een paar keer nagekeken, maar bij de volgende monteur ging ik het beter aanpakken.

Gelukkig was de band net lek gegaan bij wat houthakkers die hun lunch zaten te eten en werd ik uitgenodigd voor een bord rijst voordat ze me hielpen. Ik heb dat achterwiel er al zo vaak afgehaald zien worden dat ik er zelf ook goed in ben geworden dus dat is wel weer een voordeel. We plakten de band en ik vervolgde mijn weg maar na nog niet eens vijf kilometer was de pret alweer voorbij. Het was nog zeker twintig kilometer naar het dichstbijzijnste dorp en blijkbaar had plakken ook geen zin meer wat me voor het eerst sinds tijden chagerijnig maakte. Heel even zag ik het niet meer zitten en kon ik weinig motivatie vinden om met die motor te gaan lopen en ging ik op dat moment liever letterlijk bij de pakken neer zitten. Maar in tijden dat het tegenzit zeg ik altijd maar zo, 'wie veel eet, heeft ook veel te verteren', en als deze levenswijsheid door mijn hoofd is gegaan fleur ik weer helemaal op en kan ik er weer even tegenaan:).

Met de nieuwe goede moed besloot ik dat twintig kilometer lopen met een motor te ver was en ging er dus gewoon lekker opzitten en begon langzaam te rijden met een wegslippend achterwiel maar dat was ik al wel gewend van de Chola pas. De schade die hier van zou ontstaan nam ik dan maar voor lief. Een hele tijd later kwam ik met veel zweet en moeite van een motor met een lekke achterband recht proberen te houden en te besturen op een pad bezaaid met losse stenen aan in het dorpje. Omringd door tientalle kinderen die volgens mij nog nooit een blanke in het echt gezien hadden omdat ze me constant probeerden aan te raken en met grote ogen aanstaarden legde ik de monteur uit dat ik een nieuwe binnen en buitenband wilde en een schuurpapiertje zodat ik aan de slag kon met de velg. Dit wilde ik zelf doen zodat het echt goed gebeurde en geen verveelde hulp van een monteur het af zou raffelen. Ja ik ging het dit keer goed aanpakken.

Met mijn nieuwe banden begon ik een uurtje later aan een weg die maar op een van de twee kaarten stond die ik had van dit gebied. De rede hiervoor werd me snel genoeg duidelijk. De 'weg' was niet zozeer een weg maar meer een 150 km lang bospad dat me door het dunstbevolkte stukje van china leidde wat ik tot nu toe gezien heb. Behalve wat houthakkers af en toe was er dan ook helemaal niemand. Het rijden was wel echt..., als je ooit met een brommer of een motor door de bossen of over de heide hebt gescheurd, dan weet je ongeveer wel hoe ontzettend gaaf dat is. Met een mountainbike is het al leuk dus stel je het eens voor met een motor! In mijn ogen zijn er dan ook weinig dingen een beter tijdverdrijf dan dit en nu mocht ik het 150 km lang doen! Genieten dus!

Uren lang reed ik tussen de bomen en door de riviertjes, af en toe bukkend voor laaghangende takken. Soms begonnen duizende steentjes onder me te rollen als een minilandverschuiving terwijl ik naar beneden reed over een pad van grind. Gelukkig was het pad meestal gewoon van zand en waren er veel kleine heuveltjes en bochten die het rijden avontuurlijk maakten. Ik beklom meerdere bergen en twee keer steeg ik boven de boomgrens uit met prachtige uitzichten als gevolg. Het meest spectaculaire moment van de dag was toen ik met redelijke snelheid over een heuveltje kwam en zag dat er een bruggetje over een klein stroompje vlak voor me was.

De bruggetjes waren meestal gewoon wat boomstammen die naast elkaar waren gelegd, waar soms aanzienlijk grote gaten tussen zaten. In dit geval stoofde ik af op een boomstam die aan weerzijden zo'n grote afstand van de andere stammen lag dat mijn banden er makkelijk in zouden kunnen schieten met alle gevolgen van dien. Als ik zou remmen of sturen met de snelheid die ik reed zou ik zeker plat gaan en een schuiver maken en dus besloot ik het er maar op te wagen.

Ik moet zeggen dat ik de perfecte positie had en recht op de boomstam af kwam en dat het op een motor niet moeilijk is om rechtdoor te blijven rijden als het moet maar de gedachte dat ik redelijk snel over een boomstam scheurde met flinke gaten aan allebei de kanten was best kicken. Toen ik er van af kwam klonk er dan ook een luide WOW in mijn helm en scheurde ik weer door. Ondanks het 'bandenprobleem' was die dag verder alles goed gegaan met de band. Gelukkig maar want anders had ik waarschijnlijk een hele tijd moeten wachten voordat een houthakkers vrachtwagen me mee had kunnen nemen. Ik heb wel altijd genoeg eten bij voor het geval dat er wel iets mis gaat en ook iodine pillen om het water te zuiveren.

In Xi'an zei een van de Engelsen toen we de bus in stapten, 'It's so nice that you can smoke everywhere here! I just feel totally free again.'
Ik antwoordde half voor de grap, 'you must be the only person that feels free in China.'
Nu zou ik dat niet meer kunnen zeggen, met totaal geen angst meer voor de politie en de mogelijkheid om overal heen te rijden waar ik maar wil, (behalve Tibet natuurlijk), voelde ik me rijdend over dit eindeloze bospad zo vrij als het maar kan. Er zijn nu dus op zijn minst twee mensen die zich vrij voelen in China:).

Toch werd ik die nacht wakker met een rotgevoel, godverdomme, mijn band is weer leek! Ow. Ik ben in mijn tent, het was maar een droom. Hmhm ok dan.

De volgende dag kwam ik vanuit het pad weer terug op een asfalt weg die me over nog een 4696 meter hoge pas nam maar die heb ik hier nu al zo vaak gehad dat alleen de uitzichten nog speciaal zijn. Door een graslandschap vol nomadententen reed ik naar het stadje litang waar ik de rest van de dag en de nacht doorbracht. Het was weer zo'n typisch tibetaans stadje waar iedereen lacht en oprecht vriendelijk lijkt te zijn. De sfeer in dit soort plaatsjes is echt heel gemoedelijk en het is gewoon relax om er rond te hangen ook al is er niet zo veel te doen. Ik reed met mijn motor door de oude kleine straatjes van het stadje waar ik foto's maakten van fantastische figuren die allemaal trots poseren om zichzelf op het schermpje terug te zien. Ook bezocht ik nog een tempel met twee gigantische boeddha beelden en beklom ik een heuvel om over het stadje heen te kunnen kijken. Terwijl ik de heuvel op aan het sjouwen was verbaasde ik mezelf hoe uitgeput ik er van werd en hoe mijn ademhaling tekeer ging. Ok het was dan wel steil en warm door de zon, maar mijn conditie was toch niet zo slecht? Owja het stadje ligt op 4000 meter hoogte, even vergeten.

's Avonds zat ik tot half twaalf in een internetcafe, opzich niet zo laat zou je denken maar toen ik naar buiten kwam waren de onverlichte straten uitgestorven. Dit was duidelijk geen stadje met een bloeiend nachtleven. Teruglopend naar mijn hotel begon ik me door alle gesloten poorten en rolluiken al af te vragen of mijn hotel de deur nog wel open zou hebben maar toen ik daar aankwam zag ik ondanks de donkerte al van een afstand dat de er een groot kettingslot aan de poort naar het binnenplaatsje hing. Tja mijn motor was dan wel goed beveiligd zo maar hoe moest ik nou naar binnen? Na een paar minuten beleefd kloppen en vragen of er iemand was die de deur open kon doen werd het steeds vervelender. Ik riep en rampde met de paar centimeter speling van de poort maar geen reactie. Er was geen mogelijkheid om er overheen te klimmen omdat het tot het plafond dicht was en even wist ik niet wat ik moest doen want er was niemand op straat en de nacht begon al ijzig koud te worden.

Tien minuten gingen voorbij toen er toch een paar mensen voorbij kwamen aan wie ik duidelijk maakten wat het probleem was, bij toeval sliepen zij ook in een soort hotelletje en ze namen me er mee naar toe waar er precies nog 1 bed vrij was. De rest van de avond verliep eigenlijk heel leuk want er was een pooltafel waar ik samen met wat tibetanen tot diep in de nacht bleef poolen.

Vanaf Litang vervolgde ik mijn weg recht naar het zuiden, na genoeg kou hoog in de bergen werd het tijd voor wat zon. Twee dagen reed ik onder een strak blauwe hemel door geweldige gebieden, enkele bergpassen, altijd met steile afgronden maar nooit met vangrails, het tibetaans plateau waar het te hoog was voor planten en alleen grote rotsen het landschap uitmaakten en uiteindlijk was ik zo ver naar het zuiden gereden dat er al cactussen langs de kant van de weg stonden. In een week tijd van sneeuwstormen naar cactussen. Op een van de bergpassen zag ik twee blanke fietsers uitrusten ergens halverwege de helling. Ik was de laatste tijd niet zo veel buitenlanders tegengekomen dus besloot ik even te stoppen en het bleken Nederlanders te zijn. Het waren twee vijftigers, ze waren vanuit Syrie hierheen gefietst(!) en waren bijna aan het einde van hun trip. Het was leuk om weer even denederlands te praten tot dat we weer verder reden. Iets zei me wel dat zij minder genoten van de eindeloze bergpassen dan ik;).

Na twee dagen touren reed ik de provincie Yunnan binnen, de meest zuidwestelijke provincie in China, een begrip voor mij want toen we de motor kochten in Beijing vroeg david aan de verkopers of het ding geschikt zou zijn om helemaal mee naar Yunnan te rijden. Het antwoord blijkt nu ja te zijn, ik heb het gehaald, en ondanks alle avonturen die ik ondertussen beleefd heb lijkt het alsof ik gister nog uitgezwaaid werd in Beijing. Ik kwam aan in Deqin, een redelijk toeristische plek waar de hoogste berg van Yunnan is op de grens met tibet. De berg is 6740 meter hoog, en zo gevaarlijk dat hij nog nooit beklommen is. Het is een heilige berg voor de tibetanen en ondanks dat zij liever niet hebben dat de berg ooit beklommen wordt werd er toch een poging gedaan in 1991 door een groep van japanse en chinese klimmers. De tibetanen zaten te bidden dat het ze niet zou lukken. Hun gebeden werden gehoord, hoewel op een verschrikkelijke wijze. De bergbeklimmers werden overvallen door een storm en er stierven zeventien mensen..

Nu was ik niet van plan om hem te beklimmen maar meer om er gewoon naar te kijken, deze berg, de Kawa Karpo, en de volgens de tibetanen vrouwelijke tegenhanger, de iets lagere Miacimu, die in de zelfde lijn van bergen staat zijn namelijk prachtig om te zien. De berg Miacimu is zo mooi dat Joseph Rock, een ontdekkingsreiziger die het gebied bezocht in de jaren dertig van de vorige eeuw, er het volgende over schreef, 'The most glorious peak my eyes were ever privileged to see...like a castle of a dream, an ice palace of a fairytale.' Nou lijkt me dat in alle gevallen nogal overdreven om ook maar ooit te kunnen zeggen over een berg maar ze waren wel erg mooi. 's Ochtends kon je bij zonsopkomst de steile besneeuwde pieken goud zien kleuren door de eerste zonnestralen. De chinesen zagen het ook, maar dan door de schermpjes van hun camera's.

Toen ik 's avonds aankwam in het plaatsje zag ik drie mensen zitten in een restaurant waar ik voorbij liep en omdat het al zo lang geleden was dat ik echt een tijd door had gebracht met wat westerlingen was ik gewoon naar ze toe gelopen met de vraag of ik er bij kon komen zitten. Het werd heel gezellig en de volgende dag ging ik samen met de twee spanjaarden de italiaanse een wandeling doen naar de gletsjer die van de berg afkwam.

Het was een steile klim die door de ijle lucht best zwaar was. Op de weg naar Deqin had ik een foto staan maken vanaf de top van een pas toen er ook een bus vol chinese toeristen stopte. Uiteindelijk moest ik na een fotosessie met vrijwel iedere passagier van de bus zeggen dat het nu echt tijd was om te gaan. Tijdens de wandeling bleek dat de tour waar die mensen bij hoorden die dag ook de gletsjer gingen bekijken en ik werd dan ook constant herkent door de wandelende chinesen. Na de derde persoon die een praatje kwam maken en nog eens vroeg of ik die gast was die met de motor van Beijing was komen rijden vroeg de italiaanse nadat een chinees het zei, 'How many times did people already call you a crazy man?' Een goede vraag want inderdaad bijzonder veel mensen hebben dit al gezegd, chinesen maar ook westerlingen. Toch gek want ik maak een prachtige reis, het is bijna zo dat ik eerder kan zeggen dat ze gek zijn dat ze met zijn alle in zo'n bus gaan zitten!

De steeds andere uitzichten op de gletsjer en de berg waren erg mooi. Er waren wat kleine tempeltjes op de berg en overal hingen gekleurde gebedsvlaggetjes die samen met de blauwe lucht soms erg mooie foto's opleverden. Net toen ik naar de gletsjers stond te kijken vanuit het hoogste punt van de wandeling zag ik iets waar je dagen op kan wachten als je het wil zien of gewoon geluk voor moet hebben. Onder een luid gerommel stortte er een enorme muur van ijs van de gletsjer naar beneden, het was geweldig om te zien, global warming in actie!

Na een dag wandelen reed ik door naar Shangri La, of eigenlijk gewoon Zhongdian. Shangri La, misschien klinkt het bekend in je oren is het fictieve plaatsje waar het boek 'The Lost Horizon' van James Hilton zich afspeelt. Er waren wat vage omschrijvingen waar het plaatsje wat vergelijkbaar zou zijn aan een hemel op aarde zou zijn en in de negentiger jaren zou er door experts uitgevonden zijn dat dit het plaatsje het plaatsje uit het boek zou zijn. Om geen toeristengeld mis te lopen werd het plaatsje vrijwel meteen omgedoopt tot Shangri La.

In het hostel had ik een ier, Wayne, ontmoet die achterop de motor klom en waar ik de hele dag mee door het stadje en de omgeving heb gereden, we reden om een meer heen, bezochten twee tempels, wat dorpjes en een markt waar de kippen voor onze ogen geslacht werden. Ze sneden de kelen door en gooide ze in een ton totdat het gefladder uiteindelijk ophield, er lagen ook koppen van yakken op tafel en toen ik een foto aan het maken was van een hoop kippenpoten die uit een doos staken zei Wayne, 'What is that above your head dude?' Ik keek op en er hing een hele tros stierenballen aan een balk.

Die avond was het weer eens tijd voor bier, na de twee weken lange antibiotica kuur, die overigens gewerkt heeft dus nu heb ik waarschijnlijk geen lyme meer, en de niet toeristische plaatsen was ik na drie weken wel weer toe aan wat bier. We liepen door het stadje heen en toen we op het pleintje in het centrum kwamen zagen we een groep van misschien wel tweehonderd mensen in circels over het plein heen dansen. De chinese muziek die uit de luidsprekers schalde leek bekend te zijn want iedereen deed precies hetzelfde. Er waren oude vrouwen in traditionele kleding die tussen de jongeren en mannen en vrouwen van middelbare leeftijd doordansten. Allemaal leken ze de pasjes goed te kennen en blijkbaar doen ze dit iedere avond en is het een soort van publieke fitness en sociale bezigheid. Het ging wel een paar uur aan een stuk door en zeker mooi om te zien hoe ook de pubers in 'too cool for school' kleding zich zonder schaamte overgaven aan de dans.

Niet door de drank maar door de straatbarbeque die we die avond hadden werd ik die nacht behoorlijk ziek en besloot ik de volgende dag maar even te niksen. Het was de eerste keer dat ik voedselvergiftiging opliep tijdens mijn reis en achja, het bereid me goed voor op de keuken in ons studentenhuisje;). Die dag deed ik het dus rustig aan maar toen ik me in de middag wat beter begon te voelen reed ik wel naar een dorpje 90 km verderop aan het begin van de Tiger Leaping Gorge die ik de daaropvolgende dag ging lopen.

Het is een beroemde wandeling in China en leid je door de vallei van de Yangtze River, de langste rivier van china, die er in de voorgaande millennia 2000 meter hoge cliffen heeft uitgeslepen langs bergen tot 5600 meter hoog. De wandeling was dan ook erg indrukwekkend met geweldige uitzichten over de kolkende rivier ver weg in de diepte van de enorme vallei en de eindeloze bergen verdwijnend in een mix van blauwe lucht en mist.

Aan het einde van de gorge sliep ik in een hostel waar het een heel gezellige avond werd met een twee engelsen en twee oude hippie amerikanen met fantastische verhalen over hun reizen. De volgende dag reed ik verder naar Lijiang, een stadje met een oud centrum en veel verschillende etnische bevolkingsgroepen. Het oude centrum is een doolhof van kleine straatjes en riviertjes met traditionele huisjes met kromme daken en versierde dakpannen. Opzich wel leuk maar ieder huisje is gevuld met souvenirs en het stadje is dan ook de grootste toeristische trekpleister van de provincie Yunnan, normaal gesproken niet een plaatsje waar ik lang zou blijven.

Toch ben ik hier nu al drie dagen omdat ik even rustig aan wil doen. Het nu al een maand rondreizen met de motor is best intens en het is tijd om even te chillen en niks te bezoeken, te zien of te doen. Daarbij is het ook zo dat niet veel nog echt interessant is na een tijd reizen omdat je al zoveel hebt gezien, weer even interesse opwekken dus. Even geen wilde avonturen, hier vul ik mijn dagen met lezen in loungecafe's, eten in restaurantjes, theeceremonies en kaartspelletjes en bier met andere backpackers, ja reizen is een zwaar leven;)

Groeten uit China!

Joeri

  • 02 November 2009 - 17:07

    Jelle & Haitske:

    dude... zodra ik vakantie heb ga ik dat verhaal wel eens rustig lezen :P damn wat een lang verhaal!

  • 02 November 2009 - 21:49

    Tjerk:

    Hey Yurka,

    Plotseling besefte ik dat ik niet eens een fietsband kan plakken!
    Hmmm.... zo'n avonturenvakantie is dus niks voor mij.
    Hoe smaakten de 'ballen'?
    Dat wordt onvervalst Tibetaans/Tsechuan/Siberisch koken in je studentenkot! Je huisgenoten zijn gewaarschuwd. Ik houd mezelf ook aanbevolen voor een potje 'prut'.
    Houd vol! We genieten van elke aflevering!
    Tjerk en Loes

  • 03 November 2009 - 13:49

    Marijke:

    Hoi net gereageerd op jouw vorige bericht en nu dit weer, helemaal te gek, wat zal jij veel kunnen vertellen als jij weer thuis bent, ik hang aan je lippen.

    Kijk goed uit en tot de volgende keer met jouw verhaal.

    Liefs en groetjes Marijke.

  • 04 November 2009 - 09:24

    Jolien Buijs:

    Je verhalen zijn fantastisch! Ooit maak ik er een film van ;) Echt typisch iets voor jou om zoiets te ondernemen. Nu ik je url heb kan ik gelukkig je avonturen lezen totdat je weer terug in Utrecht bent en we weer lekker samen kunnen chillen. Dan mag je het in persoon nog eens na vertellen.

    xx

  • 04 November 2009 - 15:58

    Boukje:

    HeyHey! Het klinkt nog steeds super!! Voor mij mag het ook beginnen! Zondag vlieg ik richting Azie! Maar de vraag die telkens weer bij mij op komt is... op internet staat dat het verkrijgen voor een permit voor tibet niet zo moeilijk hoeft te zijn! wij hebben gepland via china door tibet naar nepal te gaan..Jij kunt het nu weten, is de info verkeerd? NOu nog heel veel plezier!! Ik stuur je een mailtje van mn weblog!

  • 04 November 2009 - 19:10

    Huibert De Man:

    Inge (mijn dochter) heeft me op deze site gewezen. Echt goede verhalen. Kun je best een boekje van maken als je terugkomt.
    Wat ik niet snap is dat je niet een beetje Chinees hebt geleerd, dat zou het leven zoveel makkelijker maken. Maar zo te zien red je je ook goed zonder...

  • 04 November 2009 - 21:31

    Ton:

    Ha Joeri, die houthakkers op de foto zijn goed tekeer gegaan! Behalve drie gekapte bomen zijn er niet veel meer te zien......Ik begrijp dat ze wel even tijd hadden voor je band.
    Mooi verhaal weer. Het verbaast me dat je toch een keer last krijgt van het eten na alles wat je al op hebt. Wel leuk dat dat dan net in een plaats is waar toeristen zijn. De herders zijn blijkbaar zuiniger op hun gasten!
    Blijf voorzichtig, meer bewoond gebied zal ook vast meer verkeer betekenen.

  • 13 November 2009 - 11:44

    Bart:

    Gozer,
    Gisteren elkaar toch misgelopen denk ik.
    Wij zijn 15 t/m 18 in Yangshuo (in Outside Inn).
    Wellicht kunnen we dan nog even afpilsen.

    Zijn net aangekomen bij rijstvelden van Ping An, 29 uur gereisd.

    Cheers, Bart

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joeri

Actief sinds 25 Sept. 2006
Verslag gelezen: 843
Totaal aantal bezoekers 96018

Voorgaande reizen:

13 Juli 2009 - 08 Januari 2010

Over land naar china en terug!

20 Oktober 2006 - 14 Augustus 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: