Tibetaanse lifters en eten met de monniken! - Reisverslag uit Dege, China van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu Tibetaanse lifters en eten met de monniken! - Reisverslag uit Dege, China van Joeri Zwerts - WaarBenJij.nu

Tibetaanse lifters en eten met de monniken!

Door: Joeri

Blijf op de hoogte en volg Joeri

21 Oktober 2009 | China, Dege

Hallo allemaal, hier weer een verslag over mijn motor bezigheden in het verre oosten!

Mijn vertrek uit xi'an was niet echt een succesvolle rijdag, het regende zo hard dat ik na 50 km maar in een hotelletje had ingechecked. Een hotelletje moet je trouwens niet te veel van voorstellen, het kost omgerekend 1 euro voor de nacht en de wc was een onverlicht schijthok in de tuin. Ik hoef er denk ik niet meer bij te zeggen dat er geen sauna of douche verbonden was aan het geheel. De volgende dag regende het nog steeds maar ik besloot om toch maar te vertrekken want ik kon niet eindeloos in een hotelletje in een klein stadje rond blijven hangen. Al snel reed ik door mistige bergen en aan de steilheid van de weg weg was wel te merken dat ik een hoop aan uitzichten mistte, de gedachten dat ik nog 2 maanden te gaan had maakte een hoop goed. De weg volgde een riviertje en er waren talloze watervallen langs de route die goed gevuld waren door regen en daardoor alsnog een mooi gezicht waren. Ergens hoog in de bergen werd ik naar de kant gewuift door een groepje mannen naast een truck waar wat gereedschap naast lag. Het was een afgelegen bergweg waar haast geen verkeer was dus ze stonden er waarschijnlijk al even. Omdat de telefoontjes daar geen bereik hadden door de bergen vroegen ze of er een achterop mee mocht naar het volgende dorp. Voor mij was het geen probleem, het was waarschijnlijk niet wat zij verwacht hadden toen ze me naar de kant wuifden, maar het had iets grappigs dat ik als zowat de enige buitenlander in de wijde omtrek de chinesen met autopech een handje hielp. Als ze hadden gevraagd of een van hun de motor even mocht lenen om hulp te gaan halen had ik ook ja gezegd, ik vertrouw de chinesen echt helemaal.

Sinds mijn aankomst in dit land heb ik me niet een keer onveilig of waakzaam voor diefstal hoeven voelen. Zelfs in de metro in Beijing hield ik mijn daypack niet altijd op mijn buik, de enige volle metro ter wereld waar dit in mijn ogen niet nodig leek te zijn. Die daypack waar al mijn waardevolle spullen in zitten laat ik normaal nooit alleen, als ik lift laat ik de mensen deze niet in de achterbak gooien of aanpakken voordat ik in de auto zit, ik neem hem mee naar de wc als ik in een internetcafe of restaurant ben en gebruik hem als kussen of leg hem naast me in bed in treinen of hostels. Maar op tiananmen square mocht ik hem niet meenemen in het mausoleum en vertrouwde ik iemand die daar stond te wachten zoveel dat ik hem zomaar aan hem gaf zodat ik even naar binnen kon. Dit vertrouwen in de chinesen maakt me ook een beetje achteloos over mijn spullen, iets wat ik normaal op reis nooit ben, en iets waar ik zeker vanaf moet voordat ik weer naar Rusland ga:)

Maargoed, daar reed ik dus met een Chinees achterop mijn spullen voor de volgende dertig kilometer. Hij gaf me wat fruit en een paar handschoenen omdat het nogal koud was uit dankbaarheid toen ik hem afzette. Ik reed door en de mist was wat opgetrokken, de regen nog niet. In een restaurantje waar ik meer gestopt was om warm te worden dan voor de noodles werd ik door vier mensen tegelijk gefotografeerd terwijl ik zat te eten. De kok maakte de noodles zoals op de meeste plaatsen hier zelf, wat echt geweldig is om te zien. Ze hebben een homp deeg die ze in wat fancy bewegingen een paar keer op de tafel slaan, dan begint hij het in bogen door de lucht te slingeren voordat hij er weer een homp van maakt. Vervolgens maken ze in pijlsnelle bewegingen van een stuk twee stukken, dit splitsen ze weer zo snel dat je niet goed kan zien hoe maar volgens mij door het uit elkaar te trekken, dubbel te slaan en zijn vingers er tussen te doen en het dan door de lucht te slingeren, waardoor het weer uitrekt. Dan wordt het nog een paar keer gesplitst totdat de deegdraden zo smal zijn als noodels. Als een soort springtouw wordt het dan nog een paar keer rondgedraaid voordat het in de kokende soep verdwijnd. Ze doen dit zo voor ieder bord noodles..

De derde dag na mijn vertrek uit Xi'an werd ik weer teleurgesteld toen ik 's ochtends uit het raam keek. Weer regen, beter gezegd, nog steeds. Met mijn schoenen nog nat van de dag ervoor vertrok ik toch maar want wat moest ik anders. Toen ik bij een tankstation geld uit mijn binnenzak wilde halen ging de rits van mijn jas stuk. Made in China, ik ben het onderhand al wel gewend om dagelijks te moeten knutselen om iets te repareren. Werkelijk alles wat je hier koopt gaat binnen no time stuk waar het ook maar stuk kan gaan. De rits van mijn jas, de rits, de knoop en de zakken van mijn broek, het scharniertje van het schermpje van mijn helm, mijn hoofdlampje en ja hoor de motor. Of naja, ik hoorde een vreemd getik dat geleidelijk aan erger werd en hij schokte af en toe bij het schakelen op snelheid. Het was op zich geen probleem maar omdat ik niet stil wilde komen te staan op een ongelegen moment besloot ik er maar iets aan te laten doen, het regende nu toch. Terwijl ik lekker een boekje zat te lezen werd er dik twee uur lang aan mijn motor gesleuteld. De ketting, de lagers en het voor en achtertandwiel werden vervangen. De kosten voor de manuren en de onderdelen waren nog maar net te overzien; 100 RMB, omgerekend 10 euro. Heerlijk toch als er niks is wat te veel kan kosten in een land!

Opzich was het niet zo gek dat ik een keer wat onderdelen moest vervangen aan de motor, ik had op dat moment namelijk al zo'n 1800 km gereden, wat toch best wel wat is voor een vijf jaar oude motor gemaakt in China. Ik had eerlijk gezegd niet eens verwacht zo ver te komen zonder reparaties. De regen, de reparatie en de kapotte jas, het was een moeizaam begin van de dag maar vanaf de middag was alles beter. Het stopte met regenen, de motor liep super en het landschap werd mooier en mooier. Ik volgde nu een plattelands weggetje wat me langs een rivier door authentieke boeren bergdorpjes en landbouwgebieden voerde. Je vraagt je misschien af wat er leuk aan is om tussen de landbouw gewassen door te rijden als je aan de gigantische monoculturen van mais of aardappelen in Nederland denkt, maar hier is het anders. Iedere boer heeft een klein stukje land rondom zijn huis of naast de weg waar veel verschillende gewassen op groeien. Er zijn geen tractoren of andere mechanische landbouwhulpmiddelen, alles gebeurd me de hand en ieder redelijk plat stukje land wordt gebruikt. Er staan veel mensen in de velden en akkers om al het werk gedaan te krijgen wat er een levendig geheel van maakt. Het is niet zo dat er een boer met een grote John Deer baantjes trekt over een hectaren groot stuk land vol met mais. De boeren hier ploegen het land door tot de knieen diep in de modder achter een os of buffel aan te lopen die een handgestuurde ploeg voorttrekt. Het is zwaar werk voor de boeren, maar prachtig om te zien. Ook de vrouwen werken mee in het land, dat doen ze trouwens ook in de bouw en bij werk aan de weg. De bouwvakkers en wegwerkers dragen soms een net jasje van een pak, is het natuurlijk wel helemaal vies door het werk maar misschien geeft het toch wat status mee ofzo.

Af en toe zie ik zulke geweldige figuren met verweerde en diepgerimpelde gezichten van een zwaar leven op het land met grote vrachten van takkenbossen en andere goederen op hun rug of fiets gepakt dat ik even stop om ze de weg te vragen. Niet dat ik dan de weg wil weten maar het geeft me mooi de mogelijkheid om aan het einde van het 'gesprek' te vragen of ik een foto mag maken wat dan meestal geen probleem is. Ik vind het namelijk niet echt beleefd om zo maar een foto van iemand hoewel de chinesen dat wel de hele tijd van mij doen maar goed. Behalve het geweldige landschap om doorheen te rijden was er nog een ding dat iets extra's gaf aan dit gebeid, er zaten in de bergen waar ik was namelijk nog wilde Panda's. Er leven er nog maar zo'n duizend in het wild verspreid over een enorm gebied dus de kans dat je er een te zien krijgt is miniem, zeker vanaf de weg. Toch geeft het iets spannends aan de omgeving. Het was net als toen ik in de bossen van noord Australie liep en opzoek was naar zoutwaterkrokodillen (die we toen ook genoeg te zien kregen). Simpelweg de wetenschap dat er zulke speciale dieren zo dichtbij vrij rondlopen geef een speciaal gevoel, zelfs als je ze niet eens te zien krijgt. De panda's leven alleen in dit gebied maar ik ben niet van plan om die laatste paar die er zijn hun rust te verstoren met een dure pandazoektour. Er zijn ook wel pandahabitatten en breedingcentra's, oftewel dierentuinen, waar je ze kunt zien maar daar sponsor je alleen hun gevangenschap mee dus dat hoeft voor mij ook niet zo zeer. Geen panda's voor mij dus. De Chinese regering heeft ingezien dat er een hoop geld te verdienen valt aan toerisme als er wat panda's in leven blijven en ze hebben dan ook levenslange gevangenisstraffen en publieke executies(!!) voor het stropen van panda's ingesteld. Boeren krijgen een beloning van twee maal hun gemiddelde jaarloon voor het redden van een verhongerd exemplaar. Er zijn reservaten opgezet en er wordt geprobeerd ze te fokken met kleine successen tot nu toe, misschien wordt het dan toch nog ooit wat..

In Taiwan moest ik een keer hard op de rem voor een stel overstekende apen, dat soort dingen heb ik hier nog niet gehad. Een keer toen ik geruisloos aan het freewheelen was rende er wel opeens een das achtig beest over de weg, hij was al weer weg voordat ik kon stoppen dus ik kon er geen foto van maken en ik weet ook niet of er wel dassen in china zitten maar het was wel leuk om te zien. Ook zie ik af en toe geweldig mooie vogels met grote kuiven of lange gekleurde staarten, omdat ik nu door boeren land rijd moet ik wel af en toe de kippen, honden en eenden op de weg ontwijken. Maar van alle mooie dingen die ik zojuist beschreven heb is er een die ik echt niet mag vergeten, het rijden zelf. Ik weet wel dat het de combinatie van alles is maar toch is het rijden zelf nog steeds het beste. De bochten snijden op de lege wegen, het geluid van het opkomende toerental wat opeens wegvalt als je gas los laat voor een bocht, het geluid en het gevoel van de versnelling tijdens het opschakelen vanuit stilstand en na een lange klim op de top van de berg over te schakelen naar neutraal om kilometers naar beneden te freewheelen met alleen de suisende wind in mijn helm. Voor dit gevoel komen woorden te kort, dit kan ik niet uitleggen, dit moet je zelf meemaken..

Op de vierde dag na Xi'an was het eindelijk droog, ik stond met goede moed mijn rugzak op mijn motor te binden toen het vrouwtje van het hotel naar me toe kwam met de vraag of ik nog 20 RMB voor haar had voor de nacht. Diepe zucht want de avond ervoor had ik haar al 47 betaald na het eten en dat zou de prijs zijn voor het eten en het bed. Deze prijs was eigenlijk al te veel maar omdat ik de prijs van het eten niet van te voren had gevraagd kon ik er toen niet veel van zeggen. Het gebeurd in dit soort landen wel vaker dat er na een afspraak nog geprobeerd wordt om meer geld van je los te krijgen maar meestal moet je dan gewoon vol blijven houden dat dat niet de afspraak was. Ik ging dus door met het vastbinden van mijn spullen terwijl ze door bleef zeuren over die 20 rmb, het is maar twee euro maar het zou gewoon nergens op slaan, de kamer had niet eens een douche en de dag ervoor had ik voor 15 gegeten en geslapen. Uiteindelijk reed ik weg zonder de 20 te betalen, jammer dat het dan zo moet gaan, maar aan hun reactie aan het eind zie je dat ze het gewoon stonden te proberen want ze moesten lachen toen ik mijn helm op deed en liepen weg met lichaamstaal van ach dat gaat niet lukken, jammer maar goed geprobeerd.

De rest van de dag was echt zalig. Het landschap werd mooier en mooier en ik reed hoog de bergen in. Ik passeerde talloze stuwdammen die er voor zorgden dat er een meer in iedere vallei was waar de weg dan tientalle meters boven op een steile helling overheen kronkelde. De zandwegen waren door de regenval van de voorgaande dagen veranderd in stromen van modder wat het motorrijden spectaculair maakte. Het was vandaag dus niet lekker in de bochten hangen maar modderpoelen ontwijken, een slingerend achterwiel stabiel houden in de modder, supersnel terugschakelen als ik bijna vast kwam te zitten om de toeren omhoog te houden en door enorme plassen rijden die de hele motor en mijzelf bespetterde met modderspetters. Met het andere verkeer dat af en toe vast kwam te zitten en ook met volle vaart door de modder reed leek het alsof ik deelnam aan de Daqar rally. Af en toe waren er landverschuivingen die hele bomen en enorme rotsen op de weg hadden gegooid met enorme verkeersopstopping als gevolg. Terwijl de graafmachines of de mensen de stenen de heuvel af stonden te keilen kon ik er zoals altijd op de motor gewoon lekker langsrijden.

Ik reed over zijwegen van zijwegen en daar weer de kleine verbindingswegen van, resultaat; de dorpen waren weer geweldig mooi met de mooiste mensen. Een dorpje waar ik kwam had een brug over een snelstromende rivier waar een markt op gehouden werd. Ik liep door het marktje en had wat eten in een van de kleine straatjes. Als lonely planet schrijft over authentieke huisjes in Pingyao zouden ze hier eens moeten gaan kijken. De huizen hier zijn tenminste ook niet gevuld met souvenirs en de mensen zijn echt blij om je te zien. Na het dorpje stopte ik bij een tankstation om even bij te vullen en naar de wc te gaan. Ik liep een betonnen huisje binnen met mijn wc rol maar draaide meteen weer om toen ik binnenkwam alsof ik iets vergeten was. Het was zo'n typisch chinees toilet en er zaten er al twee. Al heel mijn leven is me verteld dat de romeinen 2000 jaar geleden gezamenlijke toiletten hadden waar ze dan gezellig naast elkaar zaten te schijten. Dit is niet waar, of naja het is waarschijnlijk wel waar maar de chinesen doen het ook, niet 2000 jaar geleden, maar vandaag de dag al zelve en hoogstwaarschijnlijk morgen ook nog. Ze hebben hier dus gaten in de grond zonder iets van een schotje er tussen en je gaat dus gezellig naast elkaar zitten hurken. Ik ben aardig wat gewend maar met het idee om naast een paar andere te zitten en het feit dat iedereen hier toch al de hele tijd naar me staart motiveert me niet echt om mijn behoefte te doen. Ik kan wel even wachten. De toiletten zijn lang niet altijd zo maar bij 'on the road' wc's of andere openbare plekken kom je ze wel eens tegen. Meestal hebben ze ook nog wel een 40 cm hoog schotje er tussen.

Het rijden was zeker goed voor mijn bochtentraining en om te leren de motor rechtop te houden. Ik was de hele dag niet uitgegleden maar een keer kwam ik voor een enorme lichtbruine modder plas waar geen ander verkeer was en moest ik de gok weer wagen, waar was het het ondiepst? Ik koos duidelijk voor het verkeerde stuk en hoewel ik er met wat snelheid in zijn 3 in ging, moest ik vrijwel meteen terug naar zijn 2, terug naar de eerste versnelling terwijl ik steeds langzamer ging en dieper zakte. Toen was het voorbij en stond ik stil in het midden. De motor raakte de modder waar een hoop stoom vanaf kwam en het achterwiel had zich voor driekwart diep in de modder gewerkt. Ik probeerde er wat beweging in te krijgen maar geen schijn van kans. Na een paar minuten kwam er een vrachtwagen waar de chauffeur uit stapte toen ik hem wenkte dat ik vast zat. Hij riep wat dingen, best een vervelend moment om een taalprobleem te hebben, maar ik zwaaide dat ik het niet begreep. Hij kwam de modderpoel in, ze hebben hier allemaal rubberlaarzen dus dat was geen probleem, en hielp het achterwiel optillen terwijl ik langzaam gas gaf en het stuur voortduwden.

Na een enorme krachtsinspanning kwamen we los maar toen was het nog niet voorbij. De poel werd nog dieper dan waar ik al vast was gelopen en al snel zaten het hele voorwiel, achterwiel, en de motor tot halverwege in de modder. Ik vroeg me af hij het ging overleven want de cilinder zat al zo diep en als er water inkomt is het er nog niet zo maar uit. We bleven duwen en hijgend berijkten we de andere kant van de poel. Ik bedankte de chauffeur maar voor hem scheen het de normaalste zaak van de wereld te zijn. Na een tijdje uitpuffen starte ik de motor weer en gelukkig liep hij nog gewoon als vanouds. Toen ik om de hoek kwam was een andere vrachtwagen een driewielerwagentje uit de modder aan het trekken, tja je moet hier van elkaar op aan kunnen.. Ik scheurde weer door en zag meer en meer van dezelfde blauwe tenten in het landschap opduiken. Eerst dacht ik dat het wegenbouwers tenten waren wat me niet erg logisch leek maar wat kon het anders zijn. Toen begon er iets te dagen, ik kwam nu in het noorden van de provincie Sichuan waar vorig jaar die hevige aardbeving is geweest waarbij alles met de grond gelijk gemaakt werd.

Er waren al weer veel huizen opgebouwd maar van grote stukken zag je dat er door de regering recht toe rechtane huizenblokken neer waren gezet. De tenten leken in de meeste gevallen niet meer bewoond maar nu gebruikt voor andere doeleinden. De aardbeving zal ook wel een rede zijn geweest dat de weg zo slecht was hier. Tegen het einde van de dag hoorde ik opeens een vreemd getik en liep mijn motor erg zwaar, eerst dacht ik dat gewoon weer wat diepe modder was die ik niet gezien had maar toen ik afstapte zag ik dat ik een lekke achterband had. Geen rede voor paniek, in China zijn overal mensen en dorpjes, en hopelijk overal mensen die dit even kunnen fixen. Ik vroeg de eerste persoon en die wees in de richting waar ik vandaan kwam. Ik stapte af en liep een halve kilometer terug en na nog een paar keer vragen werd er een man uit zijn huis gehaald die me meenam naar zijn werkplaats een paar honderd meter verderop. Hij kon het wel even fixen. In de tussentijd werd ik uitgenodigd door vrienden of familie van de monteur die me eten gaven en natuurlijk weigerden ze betaling. Dit zijn mensen die een jaar geleden zijn getroffen door een enorme aardbeving, en voor 1 euro hele dag kunnen eten. Toch willen ze geen geld van me, dat noem ik pas gul.

De achterband werd gefixed door 4 man, naja als er hier een iemand werkt, staan er altijd drie te buurten en te kijken en af en toe een handje te helpen, de chinesen zijn een sociaal volk. Er zat een centimeters groot gat in de binnenband dus die moest vervangen worden. Een uurtje later en 4 euro armer aan reparatiekosten was ik weer onderweg. Die avond sliep ik in een stadje tussen de bergen waar ze eindeloze hoeveelheden lampen op de berghellingen hadden geinstalleerd waardoor het leek dat je omgeven werd door een of andere sprookjessterrenhemel, het zal ook wel in het kader van global warming zijn geweest. Ik vertrok vroeg in de ochtend toen het nog donker was zodat ik zoveel mogelijk tijd door kon brengen in het Jiuzhaigou national park waar ik heen ging die dag. Eerst moest ik nog zo'n 70 km rijden en met de modderwegen kan dat wel drie uur duren. En modderwegen waren er weer genoeg, ik was het plaatsje nog niet eens helemaal uit en daar begon de drab alweer. Ongeloofelijk hoe zo'n stadje aan alle kanten verbonden is met modderige wegen vol met kuilen waar alleen de 4wd's sneller dan gemiddeld 25km per uur kunnen. Ik was niet met een 4wd maar met een 1wd en daarom duurde het gewoon de voorspelde drie uur. Twee kilometer voor mijn aankomst vloog de ketting eraf en moest ik het geheel aan laten spannen omdat de mannen van de lekker achterband dat dus blijkbaar niet goed gedaan hadden.

Toegang voor het park was 30 euro, een klein fortuin hier, en daarom baalde ik dat ik pas redelijk laat aankwam want ik moest ook nog eten en een plek voor mijn spullen en de motor vinden. Ik stond net met een winkelier te overleggen of ik mijn spullen daar kon laten voor de dag toen er een pool en zijn vriendin kwamen vragen waar ik de motor had gehuurd. Ik keek naar het met modder besmeurde ding, ook ik zelf had tot boven op mijn helm modderspetters, en vroeg me af wie er zo met een huurmotor om zou gaan. Maargoed, ik vertelde ze dat ik het ding gekocht had en we raakten in gesprek over de reis en het national park enzo. Ze gaven me een goede tip want aangezien het entreeticket zo belachelijk duur was en je het park eigenlijk niet helemaal kon zien in een dag tijd kon je proberen bij de dorpelingen te overnachten. Dit zou wel ten strengste verboden zijn als je geen meerdaagsticket had maar aangezien ik al illegaal op een motor rond rijd waar 15 dagen celstraf op staat kon dit er ook nog wel bij:). Die nacht sliep ik dus bij de locals voor wat geld en kon ik twee dagen in het park blijven voor de prijs van een.

Geheel door de druk van de natuur overkwam mij die avond een zielsverrijkende ervaring. In het huis waar ik sliep woonden nogal wat mensen waaronder een oude man. Ik zag deze man het toilet betreden net voordat ik zelf ook wat verwerkt voedsel wilde lozen zoals wij dat allemaal dagelijks doen. Jammer genoeg had ik van te voren al gezien dat het zo'n typisch chinees toilet was zoals ik hiervoor al beschreven heb. Geen probleem dacht ik, ik wacht wel even, maar de minuten verstreken voorbij en de arme man was na een half uur nog steeds niet naar buiten gekomen. Bij mijzelf liep de druk onderhand hoog op, mede door een lichte diaree, wellicht van het eten dat die mensen me de avond ervoor zo gul hadden gegeven, en besloot mijn angsten te overwinnen. Op andere reizen heb ik mijn sanitaire gewoontes ook wel eens opzij moeten zetten en was de verandering soms zelfs een verbetering, (zie het verhaal over thailand van mijn vorige reis). Ik opende de deur waar de man gekweld opkeek vanuit een hurkende positie. Tja wat doe je dan als je naast elkaar gaat zitten schijten en je komt net binnen. Knikken? Hallo zeggen?? Een hand geven??? Ik knikte maar, hij knikte terug en keek weer voor zich uit. Hoewel ik weet dat het juist dit stuk is waar jullie nagelbijtend op hebben zitten te wachten ga ik de rest niet in detail beschrijven. Achteraf, haha ja achteraf, was het zo erg nog niet, ik kan best begrijpen dat het een hele gezellige sociale aangelegenheid kan zijn met een stel vrienden, maar dan moet je wel echt niks beters te doen hebben..

Wat het park zelf betreft, het was echt ongeloofelijk mooi. Kristalheldere meertjes en rivieren, turqouise wateren en tientalle watervallen die soms to over honder meter breed waren. De rivieren stroomden kabbelend tussen bomen door waar je op een boardwalk overheen kon lopen. Dit alles in een setting van sneeuw bedekte bergtoppen en rijkgekleurde bossen door de vele verschillende bomen. De stille wateren van de turqouise meren gaven een geweldige weerspiegeling van de bergen. In de meren kon je boomstammen begroeid met fel groene algen tot diep in het water zien. Het park bestond niet overdreven uit perfecte natuur en toch was er een maar, ja er is bij alles en altijd een maar, mocht je het nog niet weten, wen er maar alvast aan, namelijk het park is in China. Dit betekent dat er asfaltwegen doorheen zijn aangelegd waar honderden bussen van het park zelf de anderhalf miljoen bezoekers per jaar mee rondrijden. Er zijn busstops bij iedere 'attractie' zoals een waterval of een meer.

De chinesen stroomden daar massaal van de bussen bewapend met camera's zo groot dat ze er bijna van voor over vallen om in de rij te gaan staan om van zichzelf en van ieder familielid een foto te maken voor ieder mooi plekje met een neppe lach of gewoon helemaal geen lach. Met moeite probeerde ik me door de menigte heen te werken terwijl er constant gevraagd werd of ik uit het beeld van de foto wilde stappen of even kon wachten voordat er een gemaakt was. Maar waar moet ik heen?? Jullie maken overal foto's!! Gelukkig was er een uitweg, er waren namelijk wandelroutes aan de andere kant van de meren dan waar de weg weg was. De chinesen houden daar niet zo van, ook wel te begrijpen als je een twee meter lange tripod mee moet sjouwen. Zij zitten liever in een bus en zien de natuur liever door het schermpje van hun camera temidden van duizenden anderen terwijl ik vrijwel helemaal in mijn eentje, naja met een fransoos die ik tijdens het wandelen ontmoet had, langs de prachtige plekken liep waar geen busstops waren.

Na het park verlaten te hebben werd ik de volgende ochtend wakker in mijn tent met een prachtig uitzicht over een vallei gevuld met laaghangende bewolking en een opkomende zon. Ik vervolgde mijn weg naar het westen en de weg bleef maar klimmen en klimmen totdat de bomen naast me bedekt waren met sneeuw, ik passeerde een 4000 meter hoog punt en was omringt door kale bergtoppen met ijskappen. Na een lange afdaling stond ik een foto te maken van een landschap met een weerspiegelend meer in een vallei toen er op eens een chinese stem uit een luidspreker schalde, ik keek om en het was een politiewagen. Er waren geen andere mensen in de buurt dus ze moesten het wel tegen mij hebben. De laatste paar dagen had ik geen contact meer gehad met de politie en door alle positieve ervaringen was ik erg licht gaan denken over de illegaliteit van het hele avontuur. Toen ik de politiewagen zag bedacht ik me opeens weer dat 1 chagerijnige politieman die mijn rijbewijs wilde zien al genoeg kon zijn en dat die dreiging dus blijft. Geheel niet verassend meer keken ze verrast toen ik me naar hun omdraaiden maar ze hervatten zich snel en seinden dat ik door moest rijden en geen foto's mocht maken. Waarom niet weet niemand maar dat is China. Ik stopte mijn camera weg en reed verder waarmee het probleem opgelost was. De weg begon weer te klimmen en het landschap transformeerde in een grassige hoogvlakte met 360 graden panoramazicht met besneeuwde pieken op de horizon.

Niet alleen het landschap was totaal veranderd, alles was opeens anders. De mensen zagen er niet meer chinees uit maar waren donkerder, groter en hadden opeens allemaal lang haar. Vrouwen liepen in traditionele kleding rond en mannen reden in lange gewaden op motoren door de lege vlaktes. Dit was China niet meer, dit was Tibet! In de verte stonden witte tenten van nomaden en er liepen opeens overal yakken rond. Paard en motorrijdende herders kwamen voorbij en het stonk op sommige plaatsen zelfs naar verbrande yakstront. De vergelijkenissen met mongolie waren enorm! Bijna alles was het zelfde alleen waren de tenten niet rond maar rechthoekig. Nog een verschil was dat er hier wel geasfalteerde wegen waren, maar zoals je al verwacht, vol met gaten en stukken modder. Als de Chinesen al vriendelijk en enthousiast waren dan zijn de tibetanen het al helemaal, mensen zwaaiden uitbundig en keken me na. De weg was nu constant op tenminste 3500 meter hoogte en iedereen was daar ook op gekleed. De meeste mensen hadden bivakmutsen met sjalen om hun hoofd gewikkeld, gelukkig had ik gewoon een helm.

Dit stuk, dicht bij tibet in het hooggebergte tussen de tibetanen is het stuk waar ik vanuit nederland al het meest naar uit had gekeken, toen ik me goed en wel realiseerde dat ik er was en dat het ook nog enigzins was wat ik me er van voorgesteld was, dat ik van het toerisme ontsnapt was en als beloning een prachtig gebied kreeg om door heen te cruisen, stak ik mijn arm in de lucht en juichte ik van blijdschap. Gaten en yakken op de weg ontwijkend werd ik naar de kant gewuifd door een man of vrouw met een bivakmuts en kleden om het hoofd gewikkeld waardoor alleen de ogen zichtbaar waren. Het was een man en hij vroeg met gebaren of hij een lift kon krijgen. Als fervent lifter was ik natuurlijk meer dan bereid om hem een lift te geven en dus klom hij op mijn bagage en vertrok ik met mijn eerste tibetaan achterop. Pas toen ik hem weer afzette zag ik zijn gezicht toen hij zijn muts en doeken afdeed. Het was een jongen van mijn leeftijd en hij bood me geld aan wat ik natuurlijk weigerde. Je gaat geen geld aannemen van herders in tibet als je uit europa komt! Tibetanen zijn echt prachtige mensen en ze zijn een stuk meer zelfverzekerd dan de Chinesen, ook hierin zijn ze gelijk aan de Mongolen.

Omdat het hier te koud is om te kamperen slaap ik meestal in een hotelletje voor rond de 2 of 3 euro per nacht, toen ik zat te eten in het stadje Hongyuan waar ik ook de nacht door zou brengen kwamen drie tibetaanse jongens voorbij gelopen die het restaurantje binnenkwamen toen ze mij zagen zitten. 'Welcome to Tibet!' zeiden ze met een grote glimlach en ze liepen weer door. De provincie waar ik was, Sichuan, was nog honderden kilometers van Tibet maar toch voelde het inderdaad alsof ik echt welkom was in Tibet. In het hotel bracht iemand me naar een kerel een paar deuren verder die engels studeerde en me rondleidde in het stadje. Hij wilde graag naar het buitenland maar dat ging niet. 'Waarom niet?' Vroeg ik hem. 'Omdat we geen paspoort krijgen van de chinesen.' 'Waarom niet?' Terwijl ik het eigenlijk al wel kon raden. 'Omdat we Tibetaans zijn'. Ja China mag dan misschien voor een goede economische groei zorgen in het tot voor kort zo arme Tibet, maar het houdt haar inwoners wel gevangen. Ook ik zal deze reis niet in het echte tibet komen, als buitenlander moet je een speciaal permit krijgen en het is bijna alleen mogelijk door met een tourgroep door tibet te reizen waarbij je onder toezicht gehouden kan worden. Om illegaal met mijn motor deze verboden grens over te steken is iets te veel gevraagd, dus circel ik gedeeltelijk om Tibet heen, waar zoals je al wel hoort, het ongeveer hetzelfde is als in de 'provincie' zelf.

De locals dragen zoals ik al zei bijna allemaal traditionele kleding en ik begreep vandaag al wel waarom, het is hier koud en die kleding is warm. Mijn plan was om hoger de bergen in te gaan dan dat ik al was en daar zou het nog kouder zijn dus had ik meer warms nodig. Met de engels sprekende tibetaan ging ik dus op kledingjacht en vond ik heb een prachtige tibetaanse jas die mijn hele lichaam bedekte. De mouwen van deze jassen ongeveer twee keer te lang maar dit hoort zo zodat je ze over het de gashendels van je motor of over de teugels van je paard kan schuiven. De jas was ongeveer hetzelfde als mijn mongoolse del wat ook weer een overeenkomst is. Twee maanden geleden reed ik door de mongoolse valleien met mijn paard in een mongoolse del tussen de nomaden met hun yakken en schapen en de daarbijhorende levensstijl. Nu leek het erop dat ik praktisch hetzelfde ging doen alleen nu deed ik meer afstand, zijn de bergen hoger, en is mijn paard van ijzer. Of ik hier genoeg van kan krijgen? Waarschijnlijk niet.

Na het serieus te overwegen had ik uiteindelijk toch maar besloten om de tibetaanse jas niet te kopen om geen argwaan bij de politiecontroles te creeeren en ook omdat er hier ook nog wel plaatsen zijn waar veel chinesen wonen en mensen gewoon in normale kleding rondlopen. Dan zou de jas iets te groot zijn om mee te slepen en er een beetje dom uitzien als buitenlander in zo'n ding. Ik kocht dus nog een northfake jas met bijbehorende fleece die waarschijnlijk ook stuk zou zijn over twee maanden maar nu wel lekker warm was. Na twee dagen rijden veranderde het grassige hoogland in een eindeloos netwerk van valleien langs snelstromende rivieren. De wegen volgde die rivieren voor lange afstanden en aan de richting van de stroming kon ik zien of ik de komende paar uur ging stijgen of dalen. Het weer was nog steeds niet top met af toe een hoosbui maar nu was ik bewapend met een superhippe motorponcho. Ik had er al te veel locals in rond zien rijden dus was ik in een van de dorpen op zoek gegaan naar een winkel die ze verkocht. Tja probeer maar is normaal uit te beelden dat je een motorponcho zoekt, dat gaat dus niet. Na een aantal winkels de mensen lachend achter te laten door mijn uitbeeldkunsten had ik er toch een gevonden. Het ding heeft gaten waar de spiegels zitten zodat je hem daar omheem kan doen, natuurlijk een gat voor je hoofd en een doorzichtig stuk voor de koplamp en je snelheids en toerenteller. Zo ben je vrijwel helemaal beschermd voor de regen en het is een stuk beter dan 'made in china' regenkleding die dus niet werkt. Waarom zien we in ons land nooit mensen met zulke poncho's op motoren?! Die dingen zijn geniaal!



Ondanks mijn mooie felrode poncho werd ik er bij een politiecontrole toch uitgepikt omdat ik er om een of andere rede nog steeds niet chinees genoeg uit zie. De mannen begonnen vragen te stellen en ik zei als gewoonlijk dat ik er niks van begreep. Uiteindelijk verloste ik ze maar uit hun lijden door ze gewoon mijn paspoort te geven want het was al lang duidelijk dat ze daar natuurlijk naar vroegen. Ze keken gepuzzeld naar het paspoort en vroegen waar ik vandaan kwam, ik deed weer alsof ik er niks van begreep en lachte wat om een vriendschappelijke sfeer te creeeren, ook zij moesten nu lachen omdat iedere vraag die ze stelden toch zinloos was en de agent die de vragen stelde stond een beetje voor gek bij zijn collega's. Hij kon er ook om lachen maar omdat ze duidelijk niet wisten wat ze met me aanmoesten belden ze iemand op, ik neem aan een of andere officier in een andere vallei. Er werd lang overlegd en hoewel het duidelijk was dat deze mannen hier al lang spijt hadden dat ze me hadden aangehouden wist ik nog niet hoe serieus de man aan de andere kant van de lijn was. Na een paar telefoongesprekken werd de telefoon in mijn handen geduwd en kreeg ik een engels sprekende vrouw aan de lijn.

'Hello sir how are you? I have three questions for you is that ok?'

'yep, no problem' Zei ik al hopend dat geen van de vragen naar mijn rijbewijs zou gaan.
'The first one is, where do you come from?'
Het was goed om te horen dat ze met zo'n domme vraag kwamen want dan zouden de andere twee vast ook wel niet zo moeilijk zijn. Al die keren dat mijn paspoort is bekeken in dit land is er volgens mij geen een keer geweest dat de agent ook echt begreep wat hij zag en dat was nu ook weer het geval.
'The Netherlands' Zei ik dus maar.
'The second one is, where did you enter China?'
Weer een domme vraag want dat staat gewoon in mijn paspoort op mijn visum met een stempel in chinese letters.
'Erlian, at the border of mongolia'.
'The third one is, where do you go with the motorbike?' Ging ze verder.
Pfiew, dat waren ze dus, nou de laatste was ook niet echt moeilijk want ik zei gewoon de eerstvolgende plaats van waar ik was en dat was niet gelogen. Toen zei ze opeens, 'Ow and one more question about the bike, hmhm dat is vervelend ik dacht net ze gehad te hebben en nu was het er ook nog eens een over de motor. 'You are not allowed', begon ze opeens en ik luisterde met een bonzend hart wat er ging komen, 'as a foreigner, to drive trough tibet, do you know that?'
Nice, ja dat wist ik en het was niet eens een vraag over de motor dus dat viel mee. Na het telefoongesprek vroegen de mannen me binnen bij het haardvuur waar wat andere agenten zaten omdat ze blijkbaar nog niet klaar waren met mijn paspoort en ik nog even moest wachten. Voordat ik wegreed ging ik nog op de foto met een van agenten en zwaaiden ze me uit.

Ik was bang dat er meer van dit soort checkpoints gingen komen omdat ik dichterbij Tibet kwam maar dat viel mee. Wat niet meeviel was de militaire activiteit vanaf het moment dat ik in gebied was waar vooral tibetanen wonen. In het eerste stadje al liepen er om de zoveel tijd een marcherende en liederen scanderende groep militairen met wapens en bescherming volkomen nutteloos en alleen voor machtsvertoon door de hoofdstraten van het plaatsje. Een paar dagen later reed ik over een kale bergpas toen er een loeiende politiewagen voorbij kwam die al het verkeer stopte en naar de kant van de weg stuurde. Net toen ik me af begon te vragen wat er nu weer ging gebeuren kwam er een legertruck voorbij, aha gewoon een militaire collone dus. Toch was dit niet zo'n gewone, na 10 minuten van militaire trucks vol met soldaten en materiaal was het nog niet voorbij. De mensen uit de auto voor me, die blijkbaar al wisten hoe lang dit ging duren, waren al uitgestapt om de benen te strekken. Tenzij de tijd op mijn telefoon niet goed werkte ben ik er toch zeker van dat de eindeloze optocht van vrachtwagens een dik half uur duurde, ik had nog nooit zoiets gezien, zo massaal, zo'n verspilling van energie en geld. Er ging genoeg tijd voorbij om je af te vragen waarom dit nodig was, naja dat is natuurlijk niet zo'n moeilijke vraag. Gewoon de drang naar geld en macht van die mannetjes in Beijing. Het idee dat al deze militairen, en nog veel meer want heus niet de hele legermacht van het gebied ging tegelijk een eindje rijden, hier alleen maar waren om die vriendelijke mensen die overal naar me zwaaien, lachen en me op weg helpen, te onderdrukken is misselijk makend. Geen respect voor al die apenkoppen die er aan mee werken. De soldaten achter in de trucks lachten en knikten ook toen ze zagen dat ik een buitenlander was, maar zij krijgen geen lach terug, dan moet je maar niet mee helpen een vredelievend volk te onderdrukken, lekker puh, dat zal je leren.



Terug waar ik gebleven was, ik vulde mijn dagen dus met het rijden door valleien waar tibetaanse huizen lijkend op kleine kasteeltjes en gekleurde gebedsvlaggetjes het landschap kleurden. De vlaggetjes hangen werkelijk overal, over de rivieren hangen lange slingers en er waren allerlei figuren mee gemaakt op de berghellingen wat vaak een mooi gezicht gaf. Bruggen, gebouwen en hekken zijn er mee versierd. Het ophangen mag dan misschien iets heiligs zijn en goed voor je volgende leven, maar weghalen daar krijgen ze duidelijk niks voor. De oude vlaggetjes die hun kleur al lang verloren waren hingen en stonden namelijk overal nog in de natuur waardoor het er soms best wel een rotzooi gaf. Maar vlaggetjes waren niet het enige wat ik zag, ik reed over smalle wegen waar op veel plaatsen de weg was uitgehakt uit een steile bergwand waardoor er grote rotsen vervaarlijk boven de weg hingen. Normaal zou ik hier niet eens erg in hebben omdat je niet verwacht dat ze naar beneden vallen maar omdat er hier overal grote stenen op de weg liggen hoop je toch dat ze niet net op jou hoofd vallen.


Tussen twee dorpen passeerde ik twee mannen en een vrouw die twee varkens over de weg aan het drijven waren. Koeien, schapen en geiten zijn relatief makkelijk te herderen maar varkens zijn absolute horror om rustig te houden werd me al snel duidelijk. Toen ik aankwam stond er een truck stil aan de andere kant van weg om de varkens niet onnodig bang te maken. De twee knorrende dikzakken durfden niet voorbij de truck en met stokken en geschreeuw probeerde de drie mensen ze er langs te sturen. Uiteindelijk schoot er een van de twee varkens voorbij de truck dus volgde de ander ook. Ik stond nog rustig te wachten totdat ze de beesten weer onder controle hadden en ik er voorbij kon rijden zonder al te veel paniek te veroorzaken toen er een 4wd van de andere kant kwam met een minder sociale chauffeur dan die van de vrachtwagen. De auto reed volle gas voorbij het krijsende geheel dat totaal niet meer wist wat boven of onder was. Voor zover ze het kunnen, sprintte ze weg van de 4wd in de verkeerde richting, in mijn richting. Ze stoofden de moedeloos kijkende herders voorbij en renden volle gas op me af. Nu zat er nog maar een ding op, ik moest ze tegen houden. Ik startte te motor en maakte een draai waardoor ze in een hoek kwamen te zitten, bang voor het geluid van mijn motor die ik op extra veel toeren liet draaien. De herders kwamen aan gerend en namen het weer over, mijn taak zat er op en ik kon weer gaan, nou succes er nog mee!

Weer op volle snelheid reed ik een stuk verder om een bocht toen opeens er opeens een bekende geur tegemoet kwam. Dit was geen rosemarijn, jasmijn of wat dan ook, dit was wiet! In China! Waar kwam die lucht vandaan? Ik keek om me heen en hoewel ik er eerst overheen keek omdat ik daar in ieder geval niet verwachtte zag ik ze staan. De hele berm stond vol met meters hoge wietplanten. Het waren wilde planten dus er viel niks te roken maar het was op zijn minst een fotosessie waard, mijn motor tussen de hennep:). Behalve hennep zag ik natuurlijk veel dingen die ik thuis niet zie langs en op de weg. Zo waren er om de zoveel tijd groepen van traditioneel geklede nomaden te voet met grote rugzakken en wandelstokken die langs de kant van de weg liepen. Het leken soms hele families met jonge kinderen voorop en puffende bejaarden met kromme ruggen. Ik begreep niet goed waar dat ze heen gingen en of dat ze niet gewoon konden liften maar er was om de paar uur wel weer een groep die prachtige foto's opleverden.

Een avond bracht ik de nacht door in het stadje Ma'erkan, maar toen ik 's ochtends vroeg wilde vertrekken, zag dat mijn achterband weer lek was. Naar de monteur dan maar weer, ik had ondertussen al best wel wat vervangen aan de motor en een bezoekje aan een monteur was bijna dagelijks. Mochten alle motormonteurs van China een keer een bijeenkomst hebben en ik zou ter sprake komen, dan zouden er heel wat over mij mee kunnen praten;). Sinds Xi'an was er al aardag wat stuk gegaan aan de motor dat vervangen of gemaakt moest worden, meestal was het niet erg omdat iedereen op zo'n zelfde motor rondrijd en er dus overal monteurs en onderdelen zijn. Ik had ik al twee lekke banden, een nieuw startrelais wat overigens de rede was dat de kickstart eerst zo moeilijk was en dus niet mijn techniek;), het voor en achtertandwiel en de ketting vervangen, de ophanging van de toeter moest gelast worden, de achterrem is vervangen, iets aan het voorwiel is vervangen, de spiegel, een deel van het voorspatbord, en de bedrading van de toeter is. Dat laatste was trouwens de enige keer dat ik het wel vervelend was dat er iets stuk was want zonder toeter ben je hier nergens, al die keren dat ik uit automatisme op dat knopje drukte maar dat er dan geen geluid uit kwam herrinnerde me hoevaak ik het ding wel niet gebruik. Al dit gerepareer koste bij elkaar zo'n 30 euro wat voor de onderdelen en de tijd er in gestoken echt belachelijk weinig is.

Je vraagt je misschien af of het niet vervelend is dat ik steeds naar de monteur moet en daar mijn tijd aan moet besteden? Nou eigenlijk niet, ik plan namelijk niet vaak tijd in om te relaxen en als ik dan noodgedwongen op iets zoals een reparatie of bijvoorbeeld in het geval dat ik geen motor heb een late bus moet wachten of wat dan ook, dan kan ik die tijd gebruiken om even niks te doen, te lezen, te schrijven of rond te kijken en foto's te maken van de mensen op straat. Ik kan hier wel een uur op straat staan en foto's maken van al het vreemdsgeklede en ander wazigs dat er voorbij komt. Ik verveel of verdoe mijn tijd door de reparaties dus niet. Meestal ga ik wat eten en is het al weer gefixed als ik terug ben maar bij deze lekke band duurde het wat langer en ging ik een door de kleine straatjes van het stadje lopen en ontdekte ik een markt in een kelder van een gebouw. In vreemden landen zijn markten altijd geweldig om doorheen te lopen omdat ze het echte leven van de mensen laten zien. Er zaten mensen achter enorme hoeveelheden zakken met allerlei gekleurde kruiden, paddestoelen en verschillende soorten eieren. Iedereen vond het leuk als ik een foto van ze maakten zodat ze zichzelf op het schermpje konden zien. Dat was voor mij vooral ook leuk toen ik op het vlees gedeelte kwam. Hier stonden mannen en vrouwen fanatiek in te hakken op stukken varken en yak en werden er tussen al het dood vlees levende kippen, eenden en vissen verkocht. Een vrouw stond varkenspoten in een teerachtig goedje te dopen waarvan de spetters tot hoog op de muur zaten. Er werd een kip in mijn handen geduwd en gevraagd of ik er mee op de foto wilde en om sociaal te zijn liet ik ze maar een foto maken hoewel een kip vasthouden voor mij natuurlijk niet echt iets nieuws is. Magen, darmen, hoofden en poten, alles werd verkocht en gebruikt en niks van het vlees wordt gekoeld. Net zoals in de restaurantjes staan de koks en de slagers gewoon lekker een sigaretje te roken boven het eten en is goed geplaatste rochel naast de pan of tafel ook nooit weg. Je vraagt je af of die strenge hygiene regels in ons land eigenlijk wel nodig zijn als je ziet hoe smerig alles hier is en ik niet eens ziek van word.

Na de markt en wat eten was de band gefixed en kon ik weer op pad. Het is iedere dag weer een genot om volle gas over de kronkelende bergwegen te knallen en de bijbehorende kuilen te ontwijken. Soms als ik niet meer op tijd uit kan wijken of ik zie dat de hele weg een diepe kuil is moet ik opstaan om de schok op te vangen. Zo komt de klap niet alleen op de schokdempers en mijn rug terecht maar ook op mijn knieen. Als ik vaak op moest staan in een korte tijd geeft het echt zo'n off the road gevoel, hoewel het wel gewoon de 'road' is. Ongeveer dertig kilometer uit het stadje zette ik net een pijlsnelle afdaling in toen mijn motor opeens begon te zwabberen. Ik kon hem nog maar net recht houden terwijl ik gas minderde en geleidelijk probeerde te remmen. Mijn eerste gedachten was dat het achterwiel los was en niet goed was vastgemaakt want zo voelde het. Dit kan praktisch bijna niet en toen ik eenmaal tot stilstand was gekomen zag ik dat het gewoon weer een lekke achterband was, waarschijnlijk dus niet goed geplakt. Nu stond ik dertig kilometer van het stadje in de middle of nowhere in een vallei en voelde het voor de eerste keer een beetje hopeloos omdat ik niet wist hoe ik dit ging op lossen. Het enige wat ik kon doen was auto's aanhouden en kijken of ze me konden helpen. Een paar minuten later kwam de eerste auto voorbij, het was een pickup met vier mannen. Ze stopten en kwamen naar me toe gelopen en toen zag ik het pas, het was de politie in een burgerauto. Ik wees ze op het probleem en vroeg waar ik het kon reparen, ze zeiden Ma'erkan, waar ik dus net vandaan kwam. Ze stelden voor dat ze de motor in de pickup zetten en me naar het plaatsje toereden, beter kon ik het niet treffen, vier man die mee konden helpen tillen en een pickup om het ding in te vervoeren. Het was dan wel politie maar ze waren, zoals gewoonlijk, helemaal niet geinteresseerd in dat het wellicht illegaal was voor me om op eigen vervoer rond te rijden en vroegen zelfs of ik zin had om wat mee te gaan eten. Dat had ik maar afgeslagen en een half uur later stond ik weer voor de zelfde monteur.

Terwijl ik dit zit te schrijven in een internetcafe komen er constant mensen achter me over de stoel geleund om te kijken wat ik doe, het moet ongeloofelijk saai zijn om tien minuten te kijken hoe iemand schrijft in een andere taal maar als je dit anders nooit te zien krijgt is het misschien wel leuk. Het blijft me ook amuseren hoe de mensen op straat reageren als ze me zien op de motor of in een restaurant. Mensen die gedachteloos zien dat ik blank ben, weer verder gaan waar ze mee bezig waren en opeens in een ruk hun hoofd omdraaien en lachend op kijken en 'hallo' roepen. Vanuit voorbijrijdende auto's en busjes klinken ook hallo's als ik over straat loop en als ik zit te eten in een restaurantje komen mensen letterlijk achteruit teruglopen om te kijken of ze het wel goed gezien hebben. Vaak komen ze dan ook binnen om gewoon even 'hallo' of 'good morning' of welk engels woord ze ook kennen te roepen en een praatje te maken met de kok over mijn aanwezigheid. De kok kan dan vaak al vertellen dat ik uit beijing ben komen rijden en dat ik uit 'Gollan' kom. Dit geld voor echt iedereen, van het leger tot de monniken, van de politie tot de wegwerkers. Ik roep altijd luid ni hao, hallo of dashi delle, wat volgens mij tibetaans voor hallo is, terug wat ze erg waarderen en voor mij altijd een rede om weer met een glimlach weg te lopen na deze sociale interactie:).


Maar even terug naar de weg, wat typisch is voor de chinese wegen is dat als ze echt hoog in de bergen komen het asfalt meestal veranderd in een zandweg. Als het heeft geregend zijn deze zandwegen meer modderpoelen en toch moet al het verkeer daar overheen waaronder ook de vrachtwagens. Alle vrachtwagens hebben hier matten van ijzeren kettingen bij die dan voor de banden worden gegooid om wat grip te weg te krijgen. Het is niet ongewoon dat sommige mensen van de auto's die stilstaan achter een vastgelopen vrachtwagen helpen duwen om zo'n ding weer in beweging te krijgen, gelukkig kan ik er altijd gewoon langs rijden. Eenmaal weer beneden in de valleien rij ik door dorpen waar koeien en yakken het straatbeeld domineren. Soms liggen die beesten zo ontspannen midden op de weg voor zich uit te staren dat het lijkt alsof ze op een heerlijk stukje gras liggen. Het vervelende is dat ze altijd net omdraaien als je er langs wil rijden, het zijn dus bewegende obstacels om het allemaal net ietsje moeilijker te maken. Wat je hier ook veel ziet zijn tractoren met een laadbak vol met spullen en mensen. Het is echt een van de hoofdtransportmiddelen want je ziet ze overal en ze tuffen met ongeveer 20 km per uur over alle wegen en vervoeren soms wel 15 mensen. Als de doorgaande weg al van asfalt is, dan is deze zoals gezegd vaak vol met diepe kuilen en gaten. Als de gaten te gevaarlijk diep zijn, leggen de chinesen als waarschuwing een grote steen voor het gat, Na een paar keer rakelings zo'n steen ontweken te hebben na een scherpe bocht begon ik me wel af te vragen wat gevaarlijk is, het gat of de steen? Ze hebben altijd een enorme zwarte rookwalm en maken een hoop lawaai en horen mijn toeter dus niet. Als ik dan voorzichtig voorbij rijd zwaaien ze allemaal vrolijk. Omdat iedereen zo fanatiek contact zoekt, knik en lach ik al automatisch naar iedere voorbijganger, ik begin een beetje ster allures te krijgen hier.


Na twee dagen door de valleien rijden kwam ik daar eindelijk uit en kwam ik in een landschap met wat meer uitzicht. Ik volgde nu de noordelijke Sichuan-Tibet highway waar lonely planet onder andere het volgende over zegt: 'The Sichuan-Tibet highway is one of the world's highest, roughest, most dangerous and most beautiful roads.' De hoogste is vast en zeker waar want grote delen zijn boven de 4000 meter en er is zelfs een pas van 5050 meter maar de roughest betwijfel ik. De schrijvers van lonely planet hebben duidelijk nog nooit met een motor vanuit Beijing naar Sichuan gereden want ik heb al een stuk slechtere highways meegemaakt. Dat doet natuurlijk niet af aan hoe mooi het is want het landschap met prachtige besneeuwde bergen van tot in de 6000 meter hoog is inderdaad geweldig. Ik bracht de nacht door in mijn tent in de buurt van Gandze omdat het overdag zo heet was geweest door de zon dat ik het 's nachts ook wel aan dacht te kunnen. Met al mijn kleren aan, dat wil zeggen, twee fleecetruien, twee jassen, een t-shirt en twee broeken was het inderdaad goed te doen. In het stadje zelf was een enorm tibetaans monnikenklooster tegen een berg aan gebouwd. Om er te komen reed ik met mijn motor door een oude stadsbuurt met steile straatjes van maximaal anderhalve meter breed. Auto's konden niet komen maar ik werkte mijn weg de heuvel op door de smalle steegjes tussen de kleine lemen huisjes. Het zag er ongeveer net zo uit als die buurten in afganistan uit de film de kiterunner.

Het klooster zelf, omringt met kleine gekleurde huisjes waar de monniken wonen was prachtig gelegen en had een terras met uitzicht over het stadje, de vallei en de bergketen aan de andere kant van de vallei. Langs de wanden waren er gebedswielen die je rond kan draaien. Die dingen zie je trouwens ook overal, er zijn zelfs riviertjes met een waterrad die gebedswielen aandrijven, ik neem aan zodat je dan zelf geen moeite meer hoeft te doen. Er liepen wat monniken in rode gewaden rond en de avondzon viel over het stadje. Ik staarde in de verte toen er een luid militair gezang opsteeg uit het stadje. Het was niet moeilijk om te zien waar het vandaan kwam want er was in vergelijking met het plaatsje zelf een enorme legerbasis met meer dan honderd trucks en eindeloze tenten voor de soldaten. Terwijl ik me stond te vergapen op dit uitzicht kwam er een monnik naast me staan die zag waar ik naar keek en zei, 'chinese army'. Ik knikte ja en deed mijn duim omlaag waarop hij instemmend lachte. Er kwamen meer monniken om me heen staan maar zoals altijd kon ik niet echt een gesprek met ze voeren omdat hun engels en mijn chinees daar te gebrekkig voor is. De plaats stroomde vanaf dat moment langzaam vol met monniken en er klonk een luide bel vanuit de tempel. Iedereen liep richting de grote hal en een van de monniken maakte een uitnodigend gebaar om mee te komen eten. Ik liep achter de massa aan, liet mijn schoenen achter bij de ingang en kwam binnen in een met goud versierde zaal vol pilaren. De monniken gingen in lange rijen in kleermakerszit zitten en niet goed wetend wat mijn plaats was plofte ik uiteindlijk ook maar neer naast wat jonge jongens van rond de 10 jaar, in het klooster liepen namelijk monniken van echt alle leeftijden rond.

De laatste monniken waren nog aan het binnenkomen toen het stil werd en een oude monnik in het midden begon met een gebed. Het was zo'n typisch tibetaans gezang met veel hmhmhmmmmhmmm geluiden en diepe lage tonen. Al snel deden veel monniken mee en klonk het werkelijk fantastisch. Niet iedereen zong alles mee maar sommige stukken deden er heel veel mee en was het erg luid. Ze waggelden een beetje zijwaards of naar voren en achter tijdens het gebed, je kent dit soort gebeden wel van films enzo, maar nu was het geen film, het was echt en ik zat er midden in. Na een tiental minuten hielden ze op en renden er opeens een paar monniken weg die even later terugkwamen met karren met grote pannen noodlesoep. Het eten was vrij normaal maar er werd vrijwel niet gesproken. Na het eten werd de grond geveegd en begon de oude man in het midden weer met een diepe zware stem te zingen. Nu duurde het langer, zeker een half uur en terwijl dit koort van zo'n 150 mannen voor me zong dwaalden mijn gedachten af naar eieren bakken op de poortstraat en dat ik binnen een paar maanden tijd alweer volle bak aan het studeren zou zijn. Plotseling hielden ze op, iedereen stond op en ze gingen terug naar hun huisjes. Op mijn weg van de heuvel af kwam ik voorbij een huisje met een gigantisch gebedswiel van zeker zo'n drie meter hoog, met wat inspanning kreeg ik hem in beweging en liet hem een paar rondjes draaien. Iedere keer al het ding rond was geweest klonk er een bel, het schijnt dat je die wielen wel miljoenen keren rond moet draaien wil je het genoeg gedaan hebben maar daar had ik geen tijd voor, het begon al donker te worden en dus ik reed snel weg van het stadje zodat ik mijn tent ergens op kon zetten. Ik had geluk gehad dat ik dit mee mocht maken, maar het was ook omdat het een totaal niet toeristisch gebied is. Als er hier iedere dag buitenlanders zouden komen kijken werden ze echt niet meer uitgenodigd voor het avondeten.

Deze omgeving is nog niet geraakt door het toerisme, het is nog ruig en echt en daar hou ik van. De stadjes zijn net alsof je in een costuumdrama uit de middeleeuwen met motoren terecht komt. Overal lopen monniken en de andere locals dragen ook traditionele kleding. Slagers met dode dieren op hun bakfiets verkopen het vlees aan omringende belangstellenden en vrouwen met grote sierraden in hun haar en lange zwarte vlechten bakken noodles in een wok op de hoek van de straat. Mensen met de mooiste hoeden en mutsen kijken je lachend aan en koeien eten uit de vuilnisbakken. Mannen in hun tibetaanse jassen met meters lange mouwen rijden langs me op motoren en soms tour ik hele stukken met een motorrijdenden monniken. Op weg naar het volgende stadje stonden er drie mensen langs de weg een liftend gebaar te maken. Ik stopte wat een hoop gelach veroorzaakten omdat ik een buitenlander was. Ik vroeg me af wie er met me mee ging, ze hoorden bij elkaar en er was een oude vrouw, een mooie meid van mijn leeftijd en een jongetje. Eerst kwam de meid naar de motor maar de oude vrouw wuifde haar weg en klom toen met moeite zelf achter op mijn bagage. Jammer dacht ik, maar ach, een oude vrouw helpen heeft ook zo zijn charmes. Ik reed weg met mijn tweede tibetaanse lifter. De wegkwaliteit was natuurlijk niet geweldig dus reed ik rustig om het niet te zwaar te maken voor haar. Ik weet niet of ze normaal ook bang is om achterop de bagage van motoren te zitten, of dat ze er gewoon zin in had maar achter me hoorde ik een constant gebed, nouja zeg wat een vertrouwen;). Een half uurtje later zette ik haar af bij een dorpje waar ze zijn moest en ik reed door tussen de nomadententen naar het dorpje Manigango. Weer zo'n geweldig plaatsje met langharige yakherders op motoren met cowboyhoeden. Ik hou echt van dit soort plaatsjes, ze geven je het gevoel dat je echt in een andere wereld bent, en in mijn geval ben ik met de motor vanuit de andere wereld China naar de andere wereld Tibet gereden wat nog een beter gevoel geeft.

Vanuit dit plaatsje bezocht ik de Dzogchen Gompa, een tempel in een gletsjer vallei zo'n 50 km van Manigango. De tempel vond ik zelf niet zo speciaal maar de weg er naartoe was zeker de moeite waard. Het weer zat me weer een beetje tegen dus dat nam de uitzichten op de hoge bergen een beetje weg maar op de route zelf lag een bergpas van 4640 meter wat natuurlijk altijd een avontuur is. De bergpassen hier zijn dan misschien wel deel van de highway maar ze zijn niet verhard en je rijdt dus eigenlijk op een zandweg. Vanaf de weg zag ik wat gigantische vogels, ik weet niet wat het was maar ze waren zeker groter dan de gemiddelde arend. Er stonden twee jongetjes van misschien 7 en 10 jaar oud langs de kant van de weg met een motor net zoals ik heb, ja dat is hier ook vrij normaal, en seinden dat ze hulp nodig hadden. Ze hadden niet genoeg benzine dus met behulp van een slangetje gaf ik ze wat in de hoop dat de tibetanen dat ook voor mij doen als ik problemen heb. Toen ik de top van de bergpas bereikte waar er sneeuw lag en ik even een fotootje van de motor maakte kwamen er opeens een paar 4wd's voorbij die ook stopten. Het waren amerikanen van in de 50 en het waren de eerste westerse mensen die ik zag sinds zeker een week. Ik dacht dat ze op een of andere tour waren maar het bleek dat een van hen al 20 jaar scholen en ziekenhuizen hielp opzetten in en rondom Tibet. De andere waren sponsors die kwamen kijken naar het resultaat van een project. Ze waren nogal onder de indruk toen ik vertelde dat ik vanuit Beijing was komen rijden en de man die hier al zo lang werkte en woonde begon zijn levensverhaal te vertellen. In de jongere jaren van zijn leven was hij een gokker en een alcoholist die nooit iets beters deed dan zijn verslavingen in stand houden tot hij op een dag besloot om zijn leven te beteren. Vanaf die dag, nu 26 jaar geleden had hij niet meer gegokt en geen druppel alcohol meer aangeraakt en was hij zich in gaan zetten voor Tibet. Na talloze projecten waar hij aan mee had gewerkt had hij de Dalai Lama leren kennen waarvan hij zei dat ze vrienden zijn geworden en dat er nog vele ontmoetingen volgden.

Vanwege zijn verleden had hij samen met zijn vrouw iets bedacht wat hij aan mensen kon geven die hem inspireerden, raakten of indruk op hem maakten, namelijk een horloge met de tekst 'Be optimistic'. Dit horloge had hij de laatste 15 jaar aan verschillende mensen gegeven, waaronder de Dalai Lama die het ding volgens hem tot de dag van vandaag draagt. Je kan al wel raden waar dit heen gaat, hij gaf mij ook zo'n horloge en ik heb nu dus het zelfde horloge als de Dalai Lama:). Het is alleen niet echt mijn steil dus ik denk niet dat ik hem altijd zal blijven dragen maar het is zeker wel leuk om te hebben. 'Any chance on hitting the states in your travels Joeri? You know you got a place to stay in california!' Ze gaven me wat energierepen en nog wat andere snacks en de vrouwen maakten foto's van me, ja nu was ik niet alleen een toeristische attractie meer voor de chinesen, maar ook voor de toeristen!

Die avond kampeerde ik bij een bergmeer op 4040 meter hoogte. Twee maanden hiervoor brak ik mijn hoogterecord nog op het drielandenpunt van mongolie, rusland en

  • 20 Oktober 2009 - 17:25

    Paula:

    Zoheej dat duurde even voordat ik aan het einde van deze pagina was! Ik moet zeggen dat ik niet alles lees, want écht, dat is veel te lang voor mij en krijg ik zelf natuurlijk ook heimwee naar landen waar ik nog nooit geweest ben! Maar wat ik lees.... mooi mooi mooi! Geniet ervan!!!

  • 21 Oktober 2009 - 08:08

    Inge De Man:

    Hee, ik weet niet of je nog weet wie ik ben (bijspijkercursus wiskunde of natuurkunde TU). Ik lees je verhalen elke keer echt helemaal. Duurt even, maar ik vind het echt supergaaf wat je allemaal meemaakt. Nog heel veel succes met je reis en ik wacht je volgende verhaal af!

    x Inge

  • 21 Oktober 2009 - 10:53

    Wim Deurne:

    Joeri,
    Weer een indrukwekkend verhaal. Door mijn fantasie uit- en mijn abstractievermogen in te schakelen,blijven ook de rond faecalien gedrapeerde zinnen voor mij leesbaar.
    Hou vol en schrijf door. Met ongeduld wacht ik op een vervolg.
    Wim v.d.Heijden.

  • 21 Oktober 2009 - 15:25

    Tjerk:

    Hallo Joeri!

    Ik teken in op de eerste druk van je boek! Uiteraard verluchtigd met al je foto's. Mijn schoonfamilie leest ook mee. Zij reisden ook door China, maar eh... dat stelt in jouw ogen níets voor!
    Groet!

  • 22 Oktober 2009 - 09:51

    Elisa:

    Ik heb geen boeken meer nodig ik lees gewoon steeds jouw verhalen. Ik betrap me erop dat ik alles probeer te visualiseren maar ik kan het me niet inbeelden hoe mooi het is daar en hoe mooi de mensen zijn.

    Goede reis joeri!

  • 22 Oktober 2009 - 09:53

    Elisa:

    bij mij eindigd het verhaal bij de 2 meisjes achterop de motor, waar is de rest!!

  • 22 Oktober 2009 - 10:04

    Robert:

    Hej man echt lang geleden dat ik je gezien of gesproken heb, ik heb al je verhalen gelezen maar nog nooit een reactie geplaatst sorry daarvoor ;) jij hebt zo veel mooie verhalen te vertellen dat ik niet weet wat ik jou zou moeten vertellen. Wat ik hier in het regenachtige eindhoven meemaak valt in het niet bij wat jij allemaal meemaakt daar echt super vet man ga zo door! Ik hoop dat je het in je laatste maanden net zo leuk hebt als de tijd die er al op hebt zitten, geniet ervan!

    Ik heb trouwens een nieuw appartement gekregen in eindhoven ben al 4 weken aan het klussen dus als je terug bent zal het helemaal af zijn en kan ik je verwelkomen in mijn nieuwe huis, ik zal zorgen dat er een koude bavaria en dommelsch in de koelkast staat want die zal je wel gemist hebben;)

    veel plezier nog!

  • 22 Oktober 2009 - 12:58

    Hanneke:

    Joeri, je foto's zijn schitterend, echt kippenvel om jou daar tussen die monniken te zien zitten. Een ervaring om je leven lang nooit meer te vergeten. Geniet er nog van. Ben benieuwd naar je volgende verslag.
    groetjes uit Eindhoven

  • 23 Oktober 2009 - 11:34

    Mark:

    wauw.

  • 24 Oktober 2009 - 08:49

    Annemarie:

    Geweldige, unieke belevenissen.
    Al mediterend denken aan "eieren bakken op de poortstraat" betekent hopelijk dat je weer gaat wennen straks. Blijf voorzichtig op die motor....we beginnen je wel te missen. Liefs mama

  • 01 November 2009 - 12:22

    Haits:

    Tashi Delek!!
    Ik zag je op skype, hoe is het met je?

  • 02 November 2009 - 14:21

    Marijke.:

    Helemaal top dat verhaal.
    je moet maar schrijver worden dat licht je wel.
    vele groeten van ons ook van Geert vindt jouw verhaal ook helemaal geweldig.
    je tante in Leerdam.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joeri

Actief sinds 25 Sept. 2006
Verslag gelezen: 3150
Totaal aantal bezoekers 96012

Voorgaande reizen:

13 Juli 2009 - 08 Januari 2010

Over land naar china en terug!

20 Oktober 2006 - 14 Augustus 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: